WOORDEN HEBBEN KRACHT

Woorden hebben kracht! Dat geldt niet alleen voor woorden die je over een ander uitspreekt, maar ook voor woorden die je over jezelf uitspreekt. Negatieve woorden (alsook negatieve gedachten) die je over jezelf uitspreekt en die je toelaat in je leven, halen je naar beneden en drukken je terneer. Het is als een gif dat verlammend werkt, en waardoor je niet tot volle bloei komt zoals God jou heeft bedoeld. Woorden hebben meer kracht dan wij denken. Dat geldt overigens voor zowel negatieve woorden als voor positieve woorden.

Woorden hebben scheppingskracht
In het begin schiep God met drie eenvoudige woorden het licht. Hij sprak: ‘Er zij licht’ en het was er (Genesis 1:3). Door Het Woord is letterlijk het hele universum geschapen! Woorden hebben scheppingskracht. Jakobus vergelijkt de tong – ons spreken – met een vuur. De tong is maar een klein lichaamsdeel, maar met grote invloed. Het is als een klein vlammetje dat een heel bos in brand kan zetten (Jakobus 3:5-6). Jakobus vergelijkt de tong ook met het roer van een schip (Jakobus 3:4). Het roer is een relatief klein onderdeel van een schip, maar bepaalt wel precies de koers die het schip vaart. Dat betekent dus dat wij, door de manier waarop wij over onszelf spreken, invloed hebben op de richting van ons leven. Iets waar we ons vaak nauwelijks bewust van zijn. Volgens Salomo zijn dood en leven in de macht van de tong (Spreuken 18:21). Dat betekent dat woorden goed doen of juist kwaad doen. Of wel, de woorden die wij over onszelf uitspreken, hebben kracht. Hetzij positief, hetzij negatief. Het is zo belangrijk om ons hiervan bewust te zijn.

Gods maaksel ben jij
God, de Schepper, acht ons hoog. Hij gaf Zijn geliefde Zoon om ons te redden! Wij zijn gekocht en betaald met het kostbare bloed van Jezus Christus. Als wij onszelf veroordelen of minderwaardig achten, dan veroordelen we in feite een schepping van God. Immers, Paulus schrijft in Efeze 2:10 dat wij Zijn maaksel zijn! Is het niet aanmatigend om Gods maaksel te bekritiseren? Hoogmoed komt veel voor onder ons christenen, maar is onszelf onderwaarderen niet even zo erg?

In een periode van intensieve psycho-pastorale counseling, waar ik doorheen ging vanwege mijn homoseksuele gerichtheid, was het thema ‘Identiteit’ een belangrijk gespreksonderwerp. Een daaraan gerelateerd onderwerp ging over de manier waarop je jezelf definieert, over hoe je over jezelf spreekt. Ik leerde om mijn homogevoelens niet aan mijn door God gegeven identiteit te koppelen. Concreet hield dat in om niet langer over mezelf te zeggen (te denken): “Ik ben homo,” maar: “Ik ben Gods geliefde dochter die worstelt met homogevoelens.”

In Christus niet langer een zondaar
In het verlengde hiervan ligt een andere, hele belangrijke definiëring. Nogal eens duiden christenen zichzelf als zondaar. Ik ervaar het als heel bevrijdend dat ik door Gods genade kan zeggen, dat ik niet langer een zondaar ben maar een kind van God die nog zondigt.

In het Nieuwe Testament lees je nergens dat je, als je gelooft in de Here Jezus, een zondaar bent. Als je kijkt naar de aanhef van Paulus’ brieven, zul je nergens zoiets vinden als: ‘Aan de zondaren van de gemeente te Filippi, te Efeze, enz.’ Het Griekse woord hamartoïs (zondaar) kom je ongeveer veertig keer tegen in het Nieuwe Testament, maar het verwijst nooit naar mensen die hun vertrouwen op Christus hebben gesteld. Corrie ten Boom zei het zo treffend: ‘Het kruis laat ons zien dat onze zonden op Jezus zijn gelegd en dat Zijn gerechtigheid op ons is gelegd.’ We zijn niet langer zondaars, maar kinderen Gods die nog zonde begaan.

Zowel de Here Jezus als de schrijvers van het Nieuwe Testament zijn zo duidelijk over het verschil tussen zondaars en heiligen die God toebehoren. Hoe belangrijk is het om te weten én te geloven dat de zonden die we begaan als wedergeboren gelovigen ons niet tot zondaars maken. Daarom hoeven we ons ook niet langer te identificeren als zondaars, maar mogen we ons identificeren als heiligen, als kinderen van God. We mogen ons identificeren met Christus’ reddende genade die ons versterkt om de zonde te weerstaan. Paulus moedigt ons hierin aan. Na het opsommen van verschillende zonden die het verleden van een gelovige definiëren, herinnert hij ons eraan: Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God (1 Korinthe 6:11). Het is een groot verschil of je jezelf meer als een zondaar ziet die door een leven van nederlagen, teleurstellingen en frustraties heen ploetert, of dat je jezelf ziet als een overwinnaar in Christus, zelfs te midden van jouw strijd.

Hoe we naar onszelf kijken en hoe we over onszelf spreken – onze naamgeving – is dus belangrijk. De tegenstander weet dat heel goed. Toen de Here Jezus door satan werd verzocht in de woestijn, sprak deze Hem twee maal aan met Zijn Titel ‘Zoon van God’, maar probeerde dit gelijk in twijfel te trekken door te zeggen: ‘Als u de Zoon van God bent…’ (Lukas 4:3 en 9). De Here Jezus ging er totaal niet op in. Hij wist immers Wie Hij is en hoefde dat niet te bewijzen. God Zelf had Hem al verteld dat Hij de Zoon van God is (Lukas 3:22).

De Here Jezus wist Wie Hij was. Voor ons is het ook belangrijk te weten wie wij in Gods ogen zijn. God is hier heel duidelijk over in Zijn Woord. Hoe geweldig is het om te weten dat het Woord van God de waarheid is! En dat Woord zegt ons:

• Wij zijn mannelijk of vrouwelijk (Genesis 1:27)
• Wij zijn ontzagwekkend wonderlijk gemaakt (Psalm 139:14)
• Wij zijn kinderen van God (1 Johannes 3:1)
• Wij zijn Gods maaksel (Efeze 2:10)
• Wij zijn vrienden van Christus (Johannes 15:15)
• Wij zijn meer dan overwinnaars (Romeinen 8:37)
• Wij zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, Gods bijzondere bezit (1 Petrus 2:9)
• En nog veel meer dingen…

Wat een wonder van genade dat God ons in Zijn Zoon een nieuwe identiteit heeft gegeven! We zijn niet langer zondaren maar kinderen van God de Vader, gekocht en betaald met het kostbaar bloed van Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus! Wij mogen die identiteit omarmen, ons eigen maken en eruit leven.

Wees gezegend!

Foto’s Unsplash