‘U zag hoe een steen losraakte, zonder dat er een mensenhand aan te pas kwam, hoe de steen tegen de ijzeren en lemen voeten van het beeld sloeg en ze verbrijzelde.’ Daniel 2:34
Dat grote beeld van kostbare metalen dat koning Nebukadnezar ziet in zijn droom, staat voor opeenvolgende wereldmachten en hun pracht en praal.
Maar het geheel blijkt wel wat wiebelig.
Er raakt een steen los, die tegen het beeld aanslaat en het volkomen verbrijzelt. Er blijft alleen maar stof van over, dat weg waait.
En die steen vult vervolgens de hele wereld!
Vernederender kan niet voor mensen en hun macht, zou je zeggen. Moet God zó ruimte maken voor Zijn Rijk?
Blijkbaar wel! Door alle tijden heen, ook nu, hoor je de uitnodiging: ‘Laat je met God verzoenen!’
Maar het resultaat is minimaal. Voor Koning Jezus maar een klein hoekje in deze wereld!
Is het dan verwonderlijk dat bij Gods boodschap ook deze steen hoort, die alles wat zich tegen Hem en Zijn Messias verheft, verpulvert. Zonder pardon!
Tegelijkertijd weet ook iedereen, die níet gelooft in God en in Zijn Zoon, hoe wiebelig en betrekkelijk ons zaakje in deze wereld is.
Foto Unsplash