Mater Anonymus
negen maanden gedragen
in de donkere warmte van haar buik
haar kloppend hart steeds hoorbaar aanwezig
tegen wil en dank de wereld ingeperst
de donkere warmte vervangen
door de kilte van een oogverblindend licht
in plaats van het ritme van het kloppende hart
is er alleen een oorverdovende stilte
warmte zoekend in haar schoot
aan haar borst haar kloppend hart weer even horend
verlang ik te horen wie ik ben
maar mijn ogen vinden haar ogen niet
en mijn oren horen niet de woorden van haar mond
zelfs in haar schoot
aan haar borst
voel ik mij eenzaam
anoniem
niet gekend
Heer, U kent mij!
U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder
Ik loof U voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
Wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt
Heer, U kent mij!
Psalm 139
Ine