‘Zijn vader zag hem in de verte al aankomen…hij rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.’ Lukas 15: 20 b,c
Ja, wat bezielt ons eigenlijk, als mensen van Onderweg? Er zijn twee thema’s die daarbij belangrijk zijn. Het eerste is homoseksualiteit. En het tweede is het volgen van Jezus.
Wat het eerste betreft, als mensen van Onderweg herkennen we het ervaren van homoseksuele gevoelens voor onszelf, of bij anderen in onze omgeving.
Het tweede thema houdt in dat we met deze gevoelens, net als met alle andere dingen in ons leven, Jezus willen volgen.
Daarbij speelt de Bijbel een centrale rol. Het Boek van onze hemelse Vader. Dat hemelse is belangrijk voor wie geen fijne, of zelfs traumatische ervaringen opdeed, of nog opdoet, in relatie met een aardse vader. Of wie een vader heeft gemist. In contact met deze hemelse Vader kun je nieuwe ervaringen opdoen!
Een andere bijzondere eigenschap van God de Vader is dat Hij ook een Moederlijke kant heeft. Daarbij gaat het om het vaak ongeziene vrouwelijke in het hart van God. Voor vrouwen en meisjes is dat belangrijk met oog op hun eigen identiteit. We zijn samen, mannen én vrouwen, beelddragers van God. De kroon op Zijn scheppingswerk.
In Zijn Woord, in Psalm 139, zegt onze hemelse Vader dat Hij ons kent. Toen wij gevormd werden in de schoot van onze moeder, maar zelfs daarvoor al. Hij kent het aantal haren op je hoofd, en de lijntjes in je hand en je vingerafdruk. Hij kent je voor- en achternaam, alsook de weg die je tot nu toe gegaan bent. En ook op dit moment is Hij er voor je. Dat is Zijn Naam: IK BEN.
Hij zegt ook van Zijn Woord dat het is als zaad. Als je luistert of het leest, kan het binnenkomen in je hart en daar ontkiemen. Geloof en nieuw leven wekken, door Zijn Geest. Dat geloof maakte dat ik opstond om naar de Vader te gaan, zoals die verloren zoon in Lukas 15.
Jezus zegt: ‘Wie gelooft heeft eeuwig leven,’ en ‘Wie Mij liefheeft, Mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.’ Zo wordt de verbinding hersteld. En dat geldt voor mannen en vrouwen, voor ieder die komt en gelooft. Het geldt ook niet voor even, maar voor altijd.
Als kind was het geloof bijna iets vanzelfsprekends voor mij. In mijn puberteit veranderde dat. Ik wilde ontdekken wat er in de wereld allemaal te koop is. Ook begonnen toen mijn gevoelens voor vrouwen. Mijn relaties met vrouwen praatte ik goed door te stellen dat echte liefde toch nooit verkeerd kan zijn. Toch bleef er altijd een aanklagend stemmetje. ‘Seksualiteit is iets tussen een man en een vrouw.’ Zo heeft God het bedoeld.
Intussen ben ik wat ouder en wat wijzer geworden. Mijn geloof heeft zich verdiept en ik leef al jaren en naar volle tevredenheid celibatair. Mijn geluk is wel dat ik samenwoon met een heel goede vriendin. Alleen zijn lijkt me echt moeilijk. Ik ben in rustiger vaarwater terecht gekomen en mag Zijn vrede ervaren.
Veranderden mijn homoseksuele gevoelens dan ineens in heteroseksuele gevoelens? Nee. Wel begon er een verandering in mijn leven door de omgang met Jezus. Geleidelijk aan veranderde er ook iets in mijn gevoelsleven. In die zin dat waar mijn homoseksualiteit mijn leven voorheen voor 100 % bepaalde, dat nu nog maar zo’n 1 tot 5 % is. Soms kan dat percentage nog wel even omhoog schieten. Luther gebruikte daarvoor eens het beeld van een kraai die over je hoofd vliegt. Hij schrijft: ‘Er kan een kraai overvliegen, maar laat hem geen nest maken op je hoofd.’
Homoseksuele gevoelens beheersen me niet meer. Ik ben vrij om te kiezen hoe ik met mijn gevoelens omga. En lig nu stevig op koers in navolging van Jezus.
Wat ons bezielt, is anderen te bemoedigen met deze goede boodschap!
Mar
Foto: – Rembrandt De verloren zoon, Publiek Domein
– Schets BvGinhoven