Een vriendin van me ging door een geloofscrisis. ‘God is ver weg’, dacht ze. Ze voelde Zijn aanwezigheid niet. Ging twijfelen ‘bestaat Hij wel echt?’
Die vraag kom je vaker tegen bij gelovigen die God dieper willen ervaren. De gedachte ‘Hij is ver weg’ heeft te maken met een verkeerde visie op God, die voorgangers of anderen je met de beste bedoelingen kunnen voorschotelen. De gedachte dat als God machtig én persoonlijk is, je Zijn kracht zou moeten ervaren als je bidt en in je dagelijkse leven.
Als je ernaar verlangt God persoonlijk en direct te ervaren, dan kan dat spanning geven tussen hoe je God ervaart en je verwachting van hoe Hij zou moeten zijn. Net als andere dingen in je leven, wordt je gevoel voor wat waarheid is (ook je ervaren van God) beïnvloed door je mens-zijn. Je zintuigen kunnen onbetrouwbare informatie geven over de wereld om je heen, en over God. Als je Gods aanwezigheid wilt voelen, maar niet voelt, kan dat frustrerend zijn.
Het probleem met gevoelens
God geeft ons zintuigen om te kunnen genieten. Maar wij misbruiken ze vaak en worden door onze zintuigen misleid. Jeremia twijfelt aan de motieven van ons hart:
‘Het hart is boven alles bedrieglijk en niet te genezen!’ – Jeremia 17:9
Ons hart is dus bedrieglijk, maar ook ‘niet te genezen.’ ‘Wanhopig ziek’ wordt ook wel vertaald. De Bijbel zegt dat zintuigen als zien en horen, gevoelig zijn voor misleiding. We missen geestelijk inzicht, tot de genade van Jezus je helpt onderscheiden (Johannes 9:39-41). Maar zelfs als je de gave van ‘zien’ hebt ontvangen, zie je de dingen niet zoals ze zijn, maar ‘als in een spiegel’ (1 Korintiërs 13:12). Dat kan je ook zeggen over ons gehoor, dat God geeft aan wie bij Hem hoort (Johannes 8:47). En zelfs dan is het mogelijk om te horen zonder te begrijpen (Mattheüs 13:13-15).
Moderne voorgangers spreken vooral onze zintuigen en gevoelens aan. Zo maken ze de Bijbel herkenbaar en toepasbaar. Maar als de focus vooral ligt op het aanspreken van zintuigen en gevoelens, dan kan dat belangrijker worden dan de boodschap zelf. Pastor Kevin Deyoung schrijft daarover: ‘Preken eindigen vaak met een toepassing. Maar je kunt ook eindigen met over Jezus te vertellen.’
De kracht van ervaring
In 2016 ontdekte Jules Evans dat bij Amerikanen het aantal religieuze ervaringen nogal toegenomen is. Dat kan je toeschrijven aan hoe je ‘religieuze ervaringen’ omschrijft. Vroeger ging het om een bovennatuurlijk ervaring met een hoger wezen. Tegenwoordig meer om ‘bewustzijn van een geestelijke dimensie’. Die definitie is veel breder.
Mensen zijn opener over hun ervaringen en de belangstelling voor psychologie is toegenomen. Maar de belangrijkste reden voor deze toename is dat ervaringen worden gezien als bron van kennis. Kijk maar op Instagram of Facebook. Je kunt over iets lezen, maar echt kennen, doe je door iets of iemand van dichtbij en persoonlijk te ervaren. ‘Ervaringsleren’ heeft een hoge vlucht genomen.
Dominee Charlie Wallace schrijft dat er teveel nadruk ligt op ‘ervaring’. Dat heeft invloed op hoe je God en je relatie met Hem ziet. ‘Voorgangers en aanbiddingsleiders maken emoties belangrijker dan waarheid. Een plaag voor de Kerk,’ vindt Charlie. Hij noemt drie oorzaken:
- Post-verlichtings denken verheft de mens boven God. Gevoelens, niet de waarheid, worden het middelpunt.
- Individualisme. Vrijheid en geluk nastreven staat centraal.
- Verminderd gezag van Gods woord. Persoonlijke ervaring speelt een grotere rol als je het gezag van Gods woord betwijfelt.
Is ervaring schadelijk? Nee, maar door te leunen op je ervaring, volg je gemakkelijker je eigen spoor dan Gods wil.
Gods aanwezigheid
Jesaja ontving een visioen van Gods tegenwoordigheid (6:1-8):
‘… Ik zag de Heer… Serafs stonden boven Hem… De een riep tot de ander: Heilig, heilig, heilig is de Heer van de legermachten; … Toen zei ik: ‘Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man van onreine lippen…’
Maar een van de serafs vloog naar mij toe, en hij had een gloeiende kool in zijn hand… Daarmee raakte hij mijn mond aan en zei: ‘Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt. Zo is uw misdaad van u geweken en uw zonde verzoend.’
Daarna hoorde ik de stem van de Heer. Hij zei: ‘Wie zal Ik zenden?… Toen zei ik: ‘Zie, hier ben ik, zend mij.’
In het Oude Testament lees je meer over zulke ontmoetingen. Maar niet iedereen had die. Ook strekte niet iedereen zich daarnaar uit. Rond 1600 werd een monnik bekend door zijn ervaringen met God. Wat hij meemaakte was niet opzienbarend. Hij ervoer Gods aanwezigheid als hij zijn werk deed:
‘We moeten niet moe worden kleine dingen te doen uit liefde voor God, die niet de grootheid van het werk ziet, maar de liefde waarmee het wordt uitgevoerd. We moeten ons er niet over verwonderen dat we in het begin vaak falen in onze pogingen, maar ten slotte een gewoonte verwerven, die Zijn daden in ons zal teweegbrengen, zonder onze zorg en tot grote vreugde.
—Broeder Lawrence, Praktijk van de aanwezigheid van God
De Bijbel laat zien hoe Jezus God ervaart. Hij is steeds in contact met Hem, maar is niet op die ervaring zelf gericht. Integendeel.
‘Jezus zei: ‘Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben en dat Ik vanuit Mijzelf niets doe, maar dat Ik die dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen. En Hij Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hem welgevallig is.’ Johannes 8:28,29
Een bijzondere situatie is de verheerlijking op de berg (Matteüs 17:1-8). Petrus, Johannes en Jakobus zijn erbij. De bedoeling daarvan was niet hen een ‘wow’-ervaring te geven, maar God de gelegenheid te geven Jezus’ gezag te benadrukken:
‘Een stem kwam uit de wolk: Dit is mijn Zoon, die Ik heb uitverkoren; Luister naar Hem.’ Lukas 9:35
Jezus hield niet van uiterlijk vertoon, noch van mensen die uit waren op ‘tekenen’, zintuiglijke ervaringen van God.
‘Sommigen van de Farizeeën en Schriftgeleerden zeiden tot Hem: ‘Meester, wij willen een teken van u zien.’ Hij antwoordde: ‘Een goddeloos en overspelig geslacht vraagt om een teken! Maar niemand zal het gegeven worden dan het teken van de profeet Jona.’ Mattheüs 12: 38,39
Jezus doet niet zomaar tekenen. Paulus ziet de vraag om een teken als trots van mensen die het belang van Jezus’ offer niet inzien:
‘De Joden eisen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, maar wij verkondigen de gekruisigde Christus, een struikelblok voor de Joden en dwaasheid voor de heidenen, maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, is Christus de kracht van God en de wijsheid van God.’ 1 Korintiërs 1:22,24
Het teken dat er toe deed – en er nog steeds toe doet – is het teken van Jona: Jezus’ dood en opstanding. Dat teken kun je vandaagdedag niet ervaren, wel door het geloof aanvaarden. Het is gebeurd en je mag genieten van de vrucht ervan.
Staan op Gods beloften
Je kunt degenen die om een teken vragen wel begrijpen. Jezus is immers de Messias! Waar anders kun je Gods kracht in werking zien? Ons probleem is dat we te losjes vasthouden aan Gods beloften!
Hij…
- is dichtbij als je Hem aanroept (Deuteronomium 4:29)
- is een toevluchtsoord voor de verdrukten (Psalm 9:9)
- leert de weg die je moet gaan (Psalm 32:8)
- voorziet in je behoeften (Mattheüs 6:33; e.a.)
- zal voor ons terugkeren (Joh. 14:2-3)
- heeft een erfenis voor je (1 Petrus 1:4)
- … en zoveel meer!
Deze waarheden over God zeggen ook iets over jouw identiteit als Zijn kind. Je wordt gevormd door hoe God je ziet en hoe je met Hem omgaat, je kunt Hem ervaren of niet. Maar hoe je Hem ook ervaart, deze waarheden kun je vertrouwen.
Makkelijk? Nee, dat niet! Moeder Teresa kende geestelijke eenzaamheid. Ze sprak erover met de aartsbisschop van Calcutta. Hij zei: ‘Je hebt bewijzen genoeg om te zien dat God je werk zegent… Gevoelens kunnen misleidend zijn.’
Zij schreef een brief aan Jezus: Ik ben de Uwe. Prent in mijn ziel en leven Uw lijden in. Let niet op mijn gevoelens – let niet op mijn pijn. Als mijn scheiding van U anderen tot U brengt…, dan ben ik bereid alles te lijden wat ik lijd – niet alleen nu, maar voor alle eeuwigheid…
Aan een pater schrijft ze: Ik aanvaard niet met mijn gevoelens, maar met mijn wil, de Wil van God, aanvaard ik Zijn wil.
Er is nederigheid en moed voor nodig om je gevoelens opzij te zetten en tegen Jezus te zeggen: ‘Let niet op mijn gevoelens, let niet op mijn pijn.’ Moeder Teresa putte er troost uit dat Jezus Zich op veel andere manieren laat zien. Niet alleen door gevoelens. Zij laat zien hoe sterk die kunnen zijn als je Gods nabijheid zoekt, en hoe ontwrichtend voor Zijn werk in en door ons.
Haar verhaal onthult ook een waarheid over Gods beloften en onze identiteit. Als Gods beloften duidelijk maken Wie Hij is en wie jij bent, dan vult het weten daarvan je gevoel van God. Als dat gevoel vervuld is, is er geen kloof meer tussen hoe je God voelt en hoe je verwacht dat Hij is. Als je geen visioenen of ervaringen van God verlangt, maar op Zijn beloften staat, laat je daarmee zien wie Hij is. Dat verzekert je van je status door het geloof. Zoals een oud lied zingt:
Staand op de beloften van Christus, mijn Koning – Russell Kelso Carter (1886):
Ik zal juichen en zingen. Staand op de beloften van God, mijn Verlosser, de Heer. Zijn beloften falen niet. Als stormen van twijfel en vrees me overvallen. Door het levende Woord van God zal ik zegevieren, eeuwig aan Hem gebonden door het koord van liefde. Dagelijks overwinnend met het zwaard van de Geest. Rustend op mijn Zaligmaker: mijn alles!
Rick
Vrij vertaald en ingekort, met toestemming geplaatst. https://forfreedomnow.wordpress.com/2025/01/13/why-identity-in-christ-is-everything/
Foto Unsplash