VOOR ALTIJD GELIEFD EN VERGEVEN – 2

‘Moge de HEER het licht van Zijn gelaat over je doen schijnen en je genadig zijn.’ Numeri 6:25

‘Nadert tot God, dan zal Hij tot u naderen.’ Jacobus 4:8a

Ik las boeken over homoseksualiteit, sprak er over. Ik ontdekte dat er zoveel mensen, zoveel meningen zijn! Mijn omgeving vond het voornamelijk okay. Maar ik wilde van God horen wat Hij wilde. Ik vond het moeilijk om de Bijbel daarover te bestuderen. Dus riep ik tot Hem.

Die nacht sprak God tot mij. Hij gaf me Genesis 1:27 in mijn gedachten: ‘God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.’ Ik dacht: ‘Dus als ik vrouwelijk ben, dan weerspiegel ik met een vrouw samen niet het beeld van God. En ik wil als beelddrager van Hem leven.

Ik bleef wisselende gevoelens houden over onze lesbische relatie. Op een dag riep ik ’t uit: ‘Help Heer, wat denkt U over mijn lesbische relatie? Toen sprak God in mijn gedachten: ‘Ik houd van je, net zoveel als je in een relatie met een vrouw leeft, maar Ik heb een hogere weg voor je.’ Hij daagde me ermee uit en liet me kiezen.

Ik dacht: ‘Wat bijzonder, God dwingt me niet. God is goed. Zijn liefde gaat uit naar mij. Ik wilde die hogere weg! Gemakkelijk was dat niet, want daarmee koos ik voor het verbreken van de relatie.  Daarin zocht ik eenvoudigweg liefde, samen zijn en nabijheid. Ik was m’n maatje kwijt. Ik raakte depressief, huilde veel en zocht hulp. Ik kreeg gebedspastoraat en therapie. Tjonge, wat was ik eenzaam! Ik kon niet meer slapen en nam een periode slaapmedicatie. Ik kwam mezelf enorm tegen en voelde me vaak hulpeloos. Ook bleef ik gevoelens ervaren voor vrouwen. Het was als lopen over water. God genas me stap voor stap.

Geleidelijk aan werden de gevoelens voor vrouwen wel minder, maar ik had ze nog steeds. Ik veroordeelde mezelf daarom. Ik beleed iedere keer weer mijn zonde. Ik was zo zonde-bewust. Vasten hielp niet. Ik sprak en bad erover met mensen. Dat hielp ook niet. Toen wist ik het niet meer. Totdat één van mijn vrienden zei: ‘Je bent al vergeven!’

Gods genade houdt in dat ik Zijn vergeving al ontvangen heb! Dat is een groot geschenk, schrijft Paulus in Romeinen 5:17. Nu weet ik dat ik voor altijd rechtvaardig ben verklaard op grond van het volbrachte werk van Jezus. Ik besefte me, dat ik met Jezus op de hoogste positie sta, boven elk gevoel en elke verslavende gedachte aan vrouwen. Daarom bad ik niet meer: ‘Wilt U mij vergeven?’ Maar: ‘Dank U, Heer, dat ik vergeven ben!’ Halleluja!

Als die gevoelens zich aandienden, weet ik dat ik al vergeven ben. Het me schuldig voelen over die gevoelens, smolt weg. De veroordeling over de gevoelens viel van me af. Gevoelens konden mijn leven bepalen. Maar zelfs als ze er zijn, bepalen ze niet mijn identiteit. Mijn identiteit is en blijft dat ik Zijn vergeven Zijn beminde Kind ben!

Steeds wanneer ik gevoelens had voor vrouwen, sprak ik: ‘Ik ben vergeven!’ Mijn zonde is bij de eerste keer belijden al in de diepste zee geworpen en die blijft daar. Door steeds weer uit te spreken: ‘Ik ben vergeven’, ontstond er geloof in mijn systeem, dat ik echt vergeven was. Ik werd Christus-bewust. De gedachten kwamen steeds minder frequent langs. En na een half jaar waren ze weg. Dank U, Jezus! Verrassend genoeg ervoer ik al snel daarna gevoelens voor een man!

Gelukkig waren er mensen die voor me baden. Ook gemeenteleden. Ze hielpen me bij Gods woord te leven. Praten is daarbij zo belangrijk. Je emoties uiten, niets wegduwen. De relatie met Jezus verdiepte zich. Zo leerde ik afhankelijk te zijn van Jezus en niet meer als een kind te zijn met mijn vriendin als moeder. Ik kreeg meer compassie met mezelf. Ik omarmde het vrouwelijke. De beschadigde meisjes kwamen steeds meer te voorschijn. Zo leerde zelfstandig vrouw te zijn en daarin te groeien. Ik begreep steeds meer, wat de Hogere weg was, dat is vrijheid door de genade van God.

Als je je niet prettig voelt over jezelf en worstelt met je gevoelens, wil ik je zeggen: ‘Roep God aan, Hij zal antwoorden. Hij is niet boos op je. Je mag altijd komen. Ik benadruk dat God goed is, van je houdt en je niet vergeet. Zoek mensen op en ga gesprek aan. En als je niet niemand hebt, vraag God dan om de juiste persoon. Het ligt namelijk zo gevoelig. Er zijn mensen die er voor je willen zijn en je kunnen helpen.

De wereld kan aan je trekken, maar als je naar God gaat, zal Hij je zegenen. Hij heeft het beste voor je, een prachtige toekomst. Je hoeft niet ineens te veranderen. Hij dwingt niet. Kom naar Hem zoals je bent en verstop en verhul jezelf niet.

Ik heb een bijzondere reis afgelegd met Jezus. Hij was er altijd voor me, ook als ik het zwaar had. Hij is mijn Broer, mijn Vriend, Mijn Verlosser, Hij leeft in me – door Zijn Geest – en is vriendelijk en goed.

Ik ken de strijd en voel mee met wie worstelt met deze gevoelens. Ik weet hoe kwetsbaar je je kunt voelen in je strijd. Wat het extra moeilijk maakt, is dat mensen in de gemeente vaak niet weten hoe hiermee om te gaan. Dat kan eenzaam maken. Dan is het belangrijk te weten dat Jezus Hogepriester is. Hij kent je zwakheden, wil je troosten in elk gebied van je leven.

Ik nodig je uit: ‘Ga naar Jezus. Roep Hem aan.’ In de Bijbel lees je: ‘Roep Hem aan en Hij zal antwoorden.’ Dus roep, niet één keer, maar steeds weer.

Ik sta open voor mensen met homoseksuele gevoelens. Ik weet hoeveel oordeel er is geweest in ‘t verleden en dat velen zich onveilig voelen op straat en in de kerk. Ik gun hen De Liefde, rust, op adem komen, Jezus zelf. Want Zijn Liefde is oneindig. Hij koestert ze aan Zijn hart. Ik kan hen niet veranderen, maar Jezus wel. Mijn verhaal getuigt ervan.

Monique

Foto: Schilderij MTouwen