VERSCHIL VROUW IN HET AMBT EN HOMOSEKSUALITEIT

Onderhoud plegen of afschaffen?

Een probleem in de beeldvorming vandaag is dat de kwestie van de rol van vrouwen in de kerk en die van homoseksualiteit vaak in een adem genoemd worden. Je ziet dat terug in het gesprek dat momenteel gevoerd wordt in de CGK. Beiden hebben te maken met het gezag van de heilige Schrift, maar ze zijn in dat opzicht totaal verschillend. Voor de vrouw in het ambt zijn vanuit de Bijbel zelf goede argumenten aan te voeren. Veel kerken en christenen in binnen- en buitenland die vast houden aan de orthodoxe schriftleer hebben zich op dat punt laten overtuigen, en het is jammer dat de CGK juist dat tot een sjibbolet maakt. Op zich is het wel weer begrijpelijk dat men terughoudend is, als een andere opvatting over de positie van de vrouw gezien wordt als een opmaat om ook homoseksuele relaties te accepteren. Want daarvoor ontbreekt Schriftuurlijke onderbouwing ten enenmale.

Volgens professor De Bruijne heeft de gereformeerde schriftleer onderhoud nodig. Maar waar het op neerkomt is niet onderhoud in de zin van versterking ervan, maar op afschaffing. Want uit wat hij te berde brengt blijkt dat niet zoals bij de reformatoren en Bavinck en Kuyper het gezag bij de Schrift ligt, maar bij wat wij met behulp van allerlei menselijke overwegingen eruit opmaken. Vandaar zijn aandacht vragen voor ‘besef van relativiteit’, klaarblijkelijk ook als het gaat om het verstaan van Gods Woord.

De vraag is: is God bij machte om zich verstaanbaar uit te drukken? Of moeten we achter de woorden van mensen die God inzet om zich bekend te maken, zoeken naar een andere door Hem gewilde betekenis, die de schrijvers nooit bedoeld hebben en die ook strijdig is met de tekst? De klassieke leer gaat uit van het principe dat de Schrift niet kan gebroken worden, en dat bij zorgvuldig luisteren elke tittel en jota geldt.

Een eenvoudig gedachtenexperiment kan hier helderheid verschaffen. Hoe zou God dingen moeten zeggen om zijn bedoeling onmiskenbaar over te brengen? Seksualiteit buiten de huwelijksrelatie wordt steeds benoemd als ontucht. Alle teksten over homoseksualiteit wijzen die uitdrukkelijk af. De moderne opvatting is dat de Bijbel dat wel kan zeggen maar dat dat niet geldt van relaties van liefde en trouw. Zijn de aanhangers van deze opvatting zo zeker dat die juist is, dat ze daaraan zouden vasthouden, ook als in de Bijbel nog veel duidelijker en met meer teksten deze opvatting werd afgewezen? Als die vraag met ja beantwoord wordt, dan blijkt dat het gezag niet meer ligt bij de Bijbel maar bij wat wij nu acceptabel vinden. Ik heb de indruk dat voor velen die de kerken vertegenwoordigen tijdens de synode van de NGK dat inmiddels is hoe zij erin staan. Dat is een fundamenteel andere schriftleer. Is die moderne ‘zekerheid’ niet een opvallend verschil met het relativisme dat heerst over de bijbeluitleg? Respect voor het gezag van de Bijbel gaat uit van wat er staat en zoekt Gods wil niet in een betekenis achter of zelfs in strijd met de tekst. De moderne opvatting die nu wordt uitgedragen maakt de betekenis afhankelijk van de ontvanger en schaft daarmee het gezag van de Bijbel af.

Ds  Dick Westerkamp

Dit is de complete tekst van de ingezonden brief die op 13 februari geplaatst werd in het ND met als kopje ‘Geen onderhoud maar afschaffing van de Bijbel’, met weglating van de eerste alinea.

Foto Unsplash