In haar gedichtenbundel “Uit de diepte” schrijft Ine:
Op 14 december 2000 nam mijn leven een nieuwe wending. Die avond sprak God voor het eerst heel duidelijk tot mij. Hij wilde deel uitmaken van mijn leven, niet langer een God van veraf zijn, maar van nabij. Hij wilde in mijn eenzaamheid komen en mij helpen om de muren om mijn hart steentje voor steentje af te breken.
Sinds die dag zijn er grote dingen gebeurd in mijn leven. Vaak door diepten heen. Met veel tranen. Gelukkig ook met mensen om mij heen, die voor mij baden als ik het niet meer kon, die mij telkens weer Gods onvoorwaardelijke liefde, Zijn vergeving en genade lieten zien.
In 2002 begon ik over Gods grote daden in mijn leven te schrijven. Hoe Hij mij terug bracht bij mijzelf, bij mijn vrouw-zijn.
In 2003 verwoordde ik voor het eerst mijn diepste gevoelens in een gedicht, toen ik ‘Een klaaglied voor de Heer’ schreef.
Een klaaglied voor de Heer
Heer, hoor toch, als ik tot U roep. Heer, luister toch, als ik probeer mijn hart voor U uit te storten. Heer, ik voel me zo alleen, alsof niemand om mij geeft. Ik voel me verlaten, ik voel me verraden.
Degene, die het meest voor mij betekende trekt zich steeds verder van mij terug en ik voel me zo vreselijk alleen.
De nachten zijn zo lang en koud, mijn keel is dichtgeknepen, mijn maag trekt zich samen en voelt als een grote, zwarte bal.
Als ik de slaap niet kan vatten, dan zijn mijn gedachten onrustig, ze gaan overal en nergens en vinden geen rust.
Vaak is mijn hart zo hard en koud, afgesneden van U en de mensen om mij heen.
En U lijkt zo oneindig ver weg.
Maar als Uw Geest mij aanraakt, dan komen er tranen, dan kan ik alleen maar huilen.
Dan voel ik mij klein en verdrietig, ik verlang ernaar getroost te worden, mijn hoofd neer te leggen in de schoot van iemand die mij troost, uit te huilen op de schouder van iemand die echt om mij geeft.
Een hand die over mijn hoofd strijkt, een arm die mij stevig vast houdt.
Soms lijkt het of er geen trooster is…
Toch bent U mijn Trooster. U ziet elke traan, U kent mijn verdriet. Al mijn gedachten zijn bij U bekend, nog voor ik ze bedacht heb.
Ik wil mij vasthouden aan het feit dat U mijn schuilplaats en mijn burcht bent, ook als ik dat helemaal niet ervaar.
Een jaar later, toen ik me ontzettend eenzaam en alleen voelde, heb ik op ’s nachts tot de Heer geroepen: “Ik zoek U, Heer!” En Hij heeft mij in diezelfde nacht geantwoord.
In de jaren daarna riep ik steeds weer tot God. Vaak vanuit mijn diepe nood, soms vanuit een intens verlangen dicht bij Hem te zijn.
In dit bundeltje breng ik ze bij elkaar: gedachten, die in gedichten woorden werden.
De diepe betekenis van elk gedicht door een foto ondersteund.
Ook ben ik gaan schilderen om uitdrukking te geven aan gevoelens waar ik nog geen woorden aan kon of wilde geven.
In de jaren 2000 – 2010 deed God grote dingen in mijn leven. Hij troostte mij in diep verdriet, Hij gaf genezing voor mijn ziel. Ik heb dat in deze gedichten verwoord. Daarna is het bundeltje gedichten in een la verdwenen.
Onlangs haalde ik het er weer uit. Na een periode van dorheid en droogte in mijn geestelijk leven sprak God mij weer aan door de gedichten die ik zelf een aantal jaren geleden schreef.
Misschien wil Hij door deze gedichten heen ook anderen troosten en bemoedigen.
Ine Wildschut, Almere 2018