Het spijt me! Sorry dat ik je gebruikte! Sommigen van jullie. Door deuren te openen in je seksualiteit. Ik gebruikte je. Eén van jullie klopte op de deur van de dood.
Gelukkig zette je je suïcidepoging niet door. Maar ik begreep jouw wanhoop niet echt, totdat ik twee jaar later zelf op de deur van de dood klopte. Terugkijkend herinner ik me de pijn zo duidelijk.
Ze belde om me te vertellen dat onze relatie van drie jaar voorbij was. Ze zei dat het was omdat ik geen man ben. Achter mijn rug om had ze contact met een man.
Al sinds mijn kindertijd moest ik een man zijn. Om mijn vrienden te beschermen, om de surrogaat echtgenoot voor mijn moeder te zijn. Om een betere man te zijn dan mijn vader.
Ik probeerde beter te zijn. Maar was voor haar niet man genoeg. De nacht van onze relatiebreuk voelde als de langste nacht in mijn leven. Ik keek ons huis rond, vol herinneringen aan onze liefde. Zij was de eerste vrouw bij wie ik vervulling vond. Van alle vrouwen waar ik mee samen was.
We ontmoetten elkaar toen ik op een seminarie zat – een Bijbel School: eindelijk een christen als ikzelf. We deelden gemeenschappelijke waarden. We konden zelfs de Bijbel samen bestuderen. Dat wil zeggen, in ieder geval een paar hoofdstukken.
Andere delen van de Bijbel vermeden we als we samen waren. Omdat we wisten dat wat wij deden niet de liefde was zoals God die bedoelde. Ik hield aan omdat ik hoopte dat we ten minste samen zouden kunnen leven – voor altijd. Dat dacht ik.
Ik verliet het huis. Vastbesloten om te sterven. Ik dacht niet meer aan de vele kinderen en jongeren die tegen me opkeken. En altijd graag wilden praten met Pastor Tryphena.
Ja, ik werd pastor na jaren op het seminarie. Ik slaagde erin mijn lesbische manier van leven voor de wereld te verbergen. Maar ik kon dat niet verbergen voor mezelf.
Ik diende binnen 24 uur mijn ontslag in en stopte met mijn werk als pastor. Ik had het gehad met voldoen aan verwachtingen. Ik verliet de kerk met heel veel pijn, omdat ik mensen waar ik van hield en die ik respecteerde pijn deed.
Ik voelde me onwaardig. Ik had het gehad met alles: geen ‘mammie’s lieve meisje’ meer. Geen voorzitter van de christelijke vereniging, of pastor meer. Geen mensen behager meer. Geen beschermer meer van de zwakken. Ik begon jacht te maken op zwakkeren. Ik ging de ware vrijheid uitleven. Ik ging online. En sloeg veel mensen aan de haak. Ik werd seksverslaafd. Mijn porno-gewoonten liepen volledig uit de hand. Ik probeerde zelfs seks met mannen, alleen om het uit te proberen en me normaal te voelen. Maar de seks werd nietszeggend en vermoeiend. Ik wist dat ik hulp nodig had.
Na tien jaar ronddolen in zelfbevrediging, keerde ik terug naar God. Ik verzamelde moed en kracht om God weer te vertrouwen.
Een deel van mijn helingsproces eiste van me dat ik me vernederde. Om vergeving te zoeken van anderen, en mezelf te vergeven. Ik worstelde met de persoon in de spiegel. Ik werd altijd geplaagd met ‘varkentje’ op school. Vanwege mijn lichaamsbouw.
In mijn achterhoofd leefde de gedachte dat ik tenminste van binnen mooi was. Maar mijn gebrokenheid haalde me in. Ik voelde me lelijk van buiten en van binnen. Ik vroeg God of ik ooit mooi zou kunnen worden gemaakt. Of ik ooit heel zou kunnen zijn.
Ik ging begrijpen dat, om heel te worden, ik de donkere gaten in mijn leven weer op zou moeten vullen. Ik moest mijn pijnlijke verleden doorwerken. En mijn buurmeisje vergeven dat bovenop me lag en me op mijn lippen kuste toen ik nog maar zes was.
Zij was ook zes, maar ik vermoed dat er van alles gaande was in haar eigen familie. Haar oudere zus stond toe te kijken naar wat er gebeurde: mijn seksuele gevoelens werden gewekt, terwijl ik bevroor, hulpeloos. Dat was de eerste keer. Ik voelde schaamte.
Ik moest mijn vader vergeven, die pornografische video’s in huis toeliet. Ik raakte verslaafd nog voordat ik wist wat verslaving was.
Ik moest mijn moeder vergeven die me belastte met familieproblemen. Ik voelde me beroofd van mijn kind zijn. Wat haar betreft, als ik liefde wilde, dan moest ik die verdienen.
Ik moest ook de eerste vrouw vergeven die me mee naar bed nam, alleen maar om met me te spotten. Omdat mensen die beschadigd zijn, anderen beschadigen. Ik wilde geen mensen meer beschadigen.
Ik had ongeveer 20 jaar nodig om nu te kunnen zeggen: ik ben mooi. Dat heb ik niet zelf voor elkaar gekregen. Gods hand was aanwezig bij elke stap op die Weg. Ik kan Zijn kracht eenvoudigweg niet ontkennen.
Tegenwoordig ben ik een pastor bij PLU-C Pursuing Liberty Under Christ (vrijvertaald: Najagen van Vrijheid onder Christus). Mijn team en ik trekken op met christenen die worstelen met ongewenste seksuele aantrekking tot hetzelfde geslacht. We zegenen hen met liefde, acceptatie, tranen en waarheid.
We trekken ook op met hun families en kerkelijke gemeenschap. We laten hen zien dat genade en acceptatie geen compromis betekenen.
Weet je, Jezus sprak en at met zondaren en tollenaars in Zijn tijd.
Hij liet hen de waarheid zien, maar Hij liet hen ook genade en acceptatie zien.
Weet je, zij ontvingen keiharde waarheden, en toch volgden ze Jezus nog steeds en wilden ze meer van Hem. Waarom?
Omdat Jezus liefde toonde en Hij deed wat Hij zei. Dat is de vrijheid om lief te hebben. Dat wil ik vandaag als voorbeeld stellen!
PLU-C Pursuing Liberty Under Christ (vrijvertaald: Najagen van Vrijheid onder Christus) begon haar bediening in 2001 in Maleisië, toen twee mannen besloten met andere gelovigen samen te komen en te bidden voor christenen die worstelen met seksuele aantrekking tot hetzelfde geslacht (SSA). In 2003 kwam ds. Tryphena Law in het team en in het bestuur.
PLU-C heeft als doel mensen te helpen die verlangen naar herstel van hun seksuele identiteit naar Gods oorspronkelijke bedoeling. Het anker van PLU-C is Romeinen 12:2:
“Pas je niet aan aan deze wereld, maar laat je transformeren door de vernieuwing van je geest. Dan zul je in staat zijn om te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is.”
Op onderstaande site van true love – met als motto ‘Don’t just come out, come Home! – vind je meer video opnamen van PLU-C met levensverhalen.