Halleluja! Psalm 117
De kortste Psalm die we kennen begint en eindigt met ‘Halleluja! Dat betekent ‘Laten we God loven!’
Daar is altijd reden voor.
Allereerst omdat Hij onze Schepper is. Hij geeft je je adem op dit moment. En of je nu met je gewone ogen, met een microscoop of met een telescoop kijkt, je moet wel onder de inruk komen van wat Hij heeft gemaakt: alles!
Nee, dat is geen toeval. Kán geen toeval zijn!
Helaas: het is allemaal niet meer zo mooi als het geweest is. Gelukkig zal het straks nog veel mooier zijn – als de nieuwe schepping een feit is.
Ten tweede: Zijn liefde houdt niet op én is overstelpend. Daar weten wij nog meer van dan de dichter van deze Psalm. We weten immers van de gevende liefde van de Vader die Zijn Zoon gaf.
We weten van Zijn liefde. Voor ‘alle volken,’ lees je. En als je dat nog niet gelooft, dan nog een keer met andere woorden: ‘alle naties.’
Zo was en is God: Hij wil uitdelen aan alle mensen. In Jezus zie je dat nog veel helderder. De bekendste tekst uit de Bijbel zegt het zo: ‘God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
God begon met de schepping en wist dat wij het zouden verknoeien. Maar: ‘Eeuwig duurt de trouw van de Heer,’ zegt Psalm 117. Hij heeft het niet opgegeven, heeft jou die dit leest niet opgegeven. En Zijn plan van herstel wordt in Jezus volkomen uitgevoerd.
Als je dat begint door te krijgen, te midden van al je geworstel en gedoe, dan begrijp je de oproep in deze Psalm: ‘Halleluja!’