In de afgelopen weken kwam ik verschillende keren het onderwerp ‘dubbelleven’ tegen. In de media (de wereld smult ervan!) en in pastorale contacten. Het kan zomaar gebeuren dat je in twee werelden gaat leven als getrouwde man of vrouw. Of als je een vaste relatie hebt. Porno, verliefdheid of wellust kunnen daarvan de oorzaak zijn.
Wat maakt dat het niet lukt om dichtbij God te blijven. De reden is vaak eenzaamheid. Mede doordat je je strijd alleen voert en niet open durft te zijn over wat er in je omgaat. Waardoor je ook geen steun ontvangt vanuit je omgeving. Je strijd kan te maken hebben met zwakke plekken, onverzorgde wonden, door wat je eerder overkwam.
De Bijbel reikt een oplossing voor zo’n dubbelleven aan, namelijk doordat je hart en leven weer één wordt, niet meer verdeeld is. In de gelijkenis over die verloren zoon (Lukas 15) zegt Jezus: “Hij kwam tot zichzelf. En besloot terug te gaan naar zijn vader.” Hij kwam tot een bewuste keuze en bleef daarbij.
Andreas Münch schrijft over die bewuste keuze. Hieronder een ingekorte versie van zijn artikel:
Met een goed geweten leven voor God
“Hoewel zij dag in dag uit bij Jozef aandrong, ging hij niet in op haar wens om met haar te slapen…” Genesis 39: 7-10
Als jongeman was één van mijn grootste zorgen dat geen enkele vrouw belangstelling voor mij zou hebben. En dat ik alleen zou blijven. Ik was eens op pad met een vriend. We waren nogal verschillend. Hij: sterk en waaghalzig. Ik: een beetje iel, en bedeesd. We fietsten wat rond toen we twee meisjes zagen. Toen we dichterbij kwamen, gaven ze ons even hun zo gewenste aandacht. Mijn blije grijns daarover verdween, toen mijn vriend zei: “Je denkt toch niet dat ze vanwege jou naar ons keken?” Hij vond dat grappig, ik niet. Niet begerenswaardig zijn, kan voor jongeren een probleem zijn. Maar ook het tegendeel kan dat zijn, zoals bij Jozef bijvoorbeeld.
Jozef, begin twintig, is “mooi van gestalte” (Genesis 39: 6). Hij was als slaaf verkocht naar Egypte, maar zijn baas, Potifar, gaf hem veel ruimte bij zijn werk (Genesis 39: 1-5). Jozef is succesvol en knap om te zien.
Terwijl Potifar dat ‘succesvol’ waardeert, vindt zijn vrouw dat laatste interessanter. Als Potifar weg is, probeert zij die knappe slaaf te versieren. “Slaap met mij!” nodigt ze hem dagelijks voor een seksueel avontuurtje. (Genesis 39: 10).
Je leest niets over Jozefs innerlijke strijd. Het was vast niet gemakkelijk om deze verleidingen te weerstaan. Potifars vrouw was vast de lelijkste niet. Maar Jozef herhaalt: “Nee.”
Waarom? Dat is interessant om te lezen: “Niemand heeft meer aanzien in dit huis dan ik; en hij (Potifar) onthoudt mij niets dan alleen u, zijn vrouw. Hoe kan ik dit kwaad doen en zondigen tegen God?” (Genesis 39: 9).
Jozefs geweten is wakker. Dat weerhoudt hem ervan om 1. Potifars vertrouwen te misbruiken en 2. tegen God te zondigen.
Echtbreuk is onverstandig
Jozef weet dat het onverstandig is om met Potifars vrouw te slapen. De consequentie zou vreselijk zijn. Het Spreukenboek waarschuwt: “Wie overspel pleegt, is zonder verstand. Die richt zijn ziel te gronde. Plaag en schande zal hij vinden, zijn smaad zal niet worden uitgewist…” (Spreuken 6:32-34). Spreuken waarschuwt vanwege de gevolgen van overspel. Anders gezegd: het is het risico niet waard. Dat argument heeft al velen ervoor bewaard overspel te riskeren.
Echtbreuk is zonde
Jozef zegt niet: “Dat is me te riskant. Wat ik hier heb opgebouwd, wil ik niet verliezen.” Nee, hij zegt: “U, de vrouw van mijn heer, bent taboe voor mij. Ik zou niet alleen zijn vertrouwen misbruiken, maar vooral zondigen tegen God. Dat doe ik niet!”
Jozefs’ gezonde verstand zou volstaan om de verleiding te weerstaan. Want als overspel tussen sociaal gelijken al schandalig is en de woede van de echtgenoot tot gevolg heeft, hoeveel te meer heeft hij dan als slaaf te verliezen.
We weten wel, je kunt ergens naar verlangen, maar het toch laten, omdat het risico gepakt te worden, te groot is. Zo kan een getrouwde man een affaire met een collega afwijzen, omdat hij daarmee zijn huwelijk en carrière op het spel zet. Terwijl hij in zijn hart treurt om deze gemiste kans.
Jozef wil met een goed geweten voor God wil leven. De tien geboden zijn pas honderden jaren later opgeschreven. Maar Jozef heeft die geboden niet nodig om te weten dat overspel in Gods ogen zonde is.
In het oude Nabije Oosten gold het als schande, zonde. Toen Abimelech Abraham ontmoette, zei Abraham dat Sara zijn zus was. Toen Abimelech haar in zijn harem opnam, kwam de waarheid aan het licht, en wees Abimelech Abraham terecht: “U deed iets wat niet gedaan mag worden” (Genesis 20:9).
Jozef en Abimelech weten dat overspel zonde is, omdat “het werk van de wet in hun hart geschreven is” (Romeinen 2:15). Hun geweten is wakker en waarschuwt voor zonde.
Potifars vrouw had schijnbaar geen gewetenswroeging over haar plan. Voor zover ons geweten wordt onderwezen door Gods Woord, kan het een goede leider zijn. Jozef hechtte waarde aan zijn geestelijke erfenis, daarom wilde hij God naar eer en geweten behagen. Het geweten van Potifars vrouw was op dit punt afgestompt. Ook liegen was geen probleem voor haar, om zo Jozef te straffen (Genesis 39: 17,18).
Petrus schrijft in het Nieuwe Testament: “Heb een goed geweten, opdat in datgene waarin anderen kwaadspreken over u, als van kwaaddoeners, zij beschaamd gemaakt worden, die uw goede levenswandel in Christus belasteren. Want het is beter te lijden – als God dat wil – terwijl u goed doet dan terwijl u kwaad doet.”
Jozef heeft dat ervaren. Omdat hij een goed geweten bewaarde voor God, belandde hij in de gevangenis. Een goed geweten bewaren – je oriënteren op Gods criteria – kan tot problemen leiden in een wereld die vijandig staat tegenover God. Maar het is beter Hem trouw te blijven dan compromissen te sluiten, zelfs als jouw trouw nadelen met zich mee zou brengen.
“Het grootste kapitaal van een mens is een zuiver geweten,” zei pastor Eugen Braun.
Als jongeman wilde ik graag bewonderd worden. Door mijn oude natuur, die ontvankelijk is voor zonde, komt dit verlangen nog steeds op in mijn hart. Maar ze is inmiddels niet meer mijn grootste zorg. Want mijn nieuwe natuur, die door Gods Geest wordt geregeerd, wil niets liever dan eerbaar voor God leven, met een zuiver geweten. Daarvoor moet ik weten wat God behaagt en wat Hij verafschuwt. Daarom lees ik Zijn Woord, en bid ik met Psalm 119: 11: “Ik berg Uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondig.”
Andreas Münch, “De Stem Lektuurzending” februari 2021, www.stem-lektuurzending.com