Op de grens van wakker zijn en slapen

“Ontwaak gij die slaapt en sta op uit de dood, en Christus zal over je lichten”. Prachtig lied! Het is waarheid geworden in mijn leven. Ik kende God niet. Niet persoonlijk. En ik kon me wel afvragen wat de zin van mijn leven nu toch wel was. Als er al een zin was aan het leven van een mens in deze wereld.

Tot iemand me vertelde over Jezus. “Als je je voor Hem opent, Hem erom vraagt, dan stroomt Zijn leven je hart binnen”, zei ze. We baden samen. En vanaf dat moment veranderde mijn leven. Met de woorden van dat lied gezegd: ik werd wakker! Mijn ogen gingen open voor Gods aanwezigheid overal om me heen. De wereld bruist van Zijn aanwezigheid. In de natuur en in Zijn Woord.

Wakker worden is: nieuw leven ontvangen, eeuwig leven. Door hersteld contact met God. Door Jezus. En wat ik daarna mocht leren was: opstaan uit de dood. Dat is: opstaan en vertrekken uit het leven zonder God. Om in dat nieuwe leven met Jezus te gaan wandelen.

Tijdens die tocht komt er van alles aan het licht. “Wees waakzaam”, zegt Jezus dan. Met andere woorden let erop dat je wakker blijft, en niet weer indommelt.”

Daar zet ik op in!

Want er komt een dag dat ik Hem zal ontmoeten. Ik zal Hem zien zoals Hij is. Dan zal ik vol zijn van Zijn Geest en leven. Volkomen nieuw! Zoals God belooft en bedoelde in het begin.

Nu al mag ik daar iets van proeven in mijn geest: geloof, hoop en liefde! Wow! Zijn goede werk in mij is begonnen! De aanwezigheid van Zijn Geest heeft een positief effect op mijn denken en doen en laten. En straks zal ook heel mijn lichaam nieuw zijn! En zijn alle mogelijke strijd en verdriet voorbij.

Nu zijn er nog momenten dat ik mezelf tot last ben. Omdat ik nog niet vol ben van Hem. Dan bid ik: “Heer, ontferm U over mij, want U wilt dat ik in het licht leef, rein voor U. En dat ik niet toegeef aan allerlei lichamelijke begeerten en zucht naar aandacht en eer.

In mijn gedachten zijn nog steeds beelden en herinneringen aanwezig die er in de loop van de tijd ingegrift zijn. Ze gaan meer naar de achtergrond met het verstrijken van de tijd. Maar toch.

Als ik wakker ben, dan heb ik er nagenoeg geen last meer van. Maar ’s nachts, als ik ga slapen dan kan het gebeuren dat ik het niet alleen fijn vind dat oude gedachten, woorden en beelden zich aandienen, maar kan ik er ook bij stil staan, en me er door mee laten voeren.

Ik ben er zelf bij. Zo wordt ik geconfronteerd met die twee kanten in mezelf. Het oude en het nieuwe leven, zoals Paulus het noemt. Overdag kan ik aan de verleidingen weerstand bieden. Maar waar blijft mijn gezond verstand, mijn geloof en mijn standvastigheid, als ik ga slapen?

Dan bid ik: “Here mijn God, U kunt mijn ziel volkomen genezen, en door Uw grote genade mijn lusten blussen. Geef mij steeds meer van dat intieme leven, die  hartsverbondenheid met U, zoals ik die zie in het leven van Jezus. Die verborgen omgang. Dan zal ik vrij worden, steeds meer, van allerlei begeerten. Het is voor U immers niet moeilijk om oneindig veel meer te doen dan ik bid of besef!

“Jullie moeten nu gaan leven als nieuwe mensen. Want jullie zijn van binnen veranderd, jullie kennen nu de waarheid. Daardoor weten jullie dat je eerlijk en heilig moet leven. Dat is waarvoor God de mensen gemaakt heeft” > Regels voor het nieuwe leven Efeze 4: 23,24 BIGT

Barbara