‘Toen Naomi in Moab hoorde dat de HEER Zich het lot van Zijn volk had aangetrokken…maakte zij zich gereed om Moab te verlaten en terug te keren…Naar Bethlehem’ Naar Ruth 1: 6
Dat woordje ‘terugkeren’ lees je elf keer in Ruth 1. Een kernwoord blijkbaar.
Je leest het vaker in de Bijbel. Dan gaat het meestal over God die als een Vader is, die Zijn kinderen kwijt is. En ze terug wil. Kost wat kost.
Hij riep Abram, sloot een verbond met Israel.
En als Israël Hem ontrouw is, blijft Hij roepen! Zoals in Jeremia 3: 22: ‘Kom terug, ontrouwe kinderen, jullie horen bij Mij! Ik zal jullie genezen van je ontrouw. Dan zullen jullie zeggen: wij komen bij U terug, U bent de Heer, onze God.’
‘Terugkeren’ is als opstaan, en naar huis gaan. Zoals die jongen deed, die bij de varkens zat.
God roept Israël, en door hen alle volken. De hele wereld is immers van Hém!
Door Israël bracht Hij Jezus in de wereld. In Bethlehem. We vieren het met kerst: het Christusfeest!
Jezus kwam om ons terug te roepen naar God. En in Handelingen 26 schrijft Paulus dat hij op zijn beurt ‘door Jezus gezonden is om ogen te openen zodat mensen zich van de duisternis naar het licht keren en van de macht van Satan naar God.’
Weer dat ‘terugkeren.’
Anders gezegd: door Jezus kán je terugkeren. Hij ís de Weg naar God.
Jacobus zegt daarbij ‘Als iemand afdwaalt van de waarheid, en jij hem of haar terug laat keren, dan mag je weten dat je iemand van de dood redt.’ Naar Jacobus 5: 19
God wil ons terug in de gemeenschap met Hem. Niet zomaar een beetje, maar ‘all-in’
Met al je zegeningen en verdriet
Om van Hem te ontvangen wat bij het eeuwige leven hoort.
Kom, ontvang Jezus!