Leren van de ganzentrek

Nederland kampt al jaren met een overschot aan ganzen. Ook in onze wijk komen we ze tegen en nogal eens zorgen ze voor overlast. Soms versperren hele ganzengezinnen fiets- en wandelpaden. Kom je even te dicht in de buurt, dan blazen ze agressief tegen je. En overal verspreid vind je ganzenpoep.  Toch valt er ook veel van deze vogels te leren. Ganzen maken deel uit van Gods prachtige schepping. En meer dan eens spreekt God door Zijn schepping tot ons, zoals door het gedrag van dieren. Job sprak eens de volgende woorden: Maar vraag toch de dieren, en zij zullen je onderwijzen, de vogels in de lucht, en zij zullen het je bekendmaken. Of spreek tot de aarde, en zij zal je onderwijzen, de vissen in de zee zullen het je vertellen. Wie weet van al deze dingen niet, dat de hand van de HEERE dit doet? (Job 12:7-9).

Wat we van ganzen zoal kunnen leren, heeft alles te maken met de ganzentrek. Deze vindt plaats in het najaar. Dan trekken de ganzen naar warmere oorden ergens in het zuiden. Je ziet ze dan letterlijk vliegen en altijd in de bekende en opvallende V-formatie. Nog niet eens zo heel lang geleden heeft de wetenschap daarover bijzondere ontdekkingen gedaan. Ontdekkingen waar je, als je er goed over nadenkt, diep van onder de indruk komt.  

De V-formatie is een vlieg-patroon van vogels waarbij er een op kop vliegt en de anderen in twee schuine lijnen erachter. Deze manier van vliegen bespaart energie ten opzichte van het achter elkaar vliegen. Als een gans uit de formatie valt, voelt hij plotseling door de luchtweerstand hoe zwaar het is om alleen te vliegen en probeert zo snel mogelijk weer in de formatie terug te komen.

Tijdens het vliegen in V-formatie vliegt er iedere keer een andere gans voorop. Zo wordt de ‘werklast’ gespreid. Is de voorste gans moe of uitgeput, dan neemt een andere de plaats over. Het schijnt zo te zijn dat elke vogel die met zijn vleugels wappert voor een opwaartse kracht zorgt voor de vogel die volgt.

De ganzen die achteraan in de formatie vliegen, moedigen de rest aan met hun ‘Gak, gak, gak!’ als een soort ‘Hou vol, je kunt het!’ oproep. Is een gans gewond, ziek, uitgeput of valt hij uit de formatie, dan word deze naar de grond begeleid door twee andere ganzen. Hij wordt dus niet alleen gelaten. Er wordt vervolgens gewacht tot de vogel is aangesterkt (of sterft) en dan vliegen ze met een volgende formatie verder of proberen ze hun eigen formatie in te halen.

Ganzen lijken te begrijpen wat koning Salomo bedoelde toen hij schreef dat samen zwoegen en samen de schouders eronder zetten beter is dan alleen voorop te gaan: Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want samen zwoegen loont. Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. Prediker 4:9-10

Voor mensen is het bijzonder moeilijk, misschien wel onmogelijk, om zonder mensen om je heen te leven. Dat geldt ook voor christenen: het is erg moeilijk om te geloven zonder dat medegelovigen deel uitmaken van je leven. Dit geldt temeer voor gelovigen die homo- of transgevoelens hebben en in harmonie met  God en Zijn Woord willen leven, die ervoor gekozen hebben geen relatie met iemand van hetzelfde geslacht aan te gaan of naar hun biologische geslacht te leven. De weg die zij gaan is een moeilijke. Hoe belangrijk zijn dan mensen om je heen die je steunen in je keus, die achter je staan en er voor je willen zijn. En eveneens belangrijk zijn mensen die dezelfde weg gaan als jij, die begrijpen wat je doormaakt.  Kortom, relaties zijn onontbeerlijk!

Ganzen leren ons dat het samen optrekken en onderweg zijn de weg minder zwaar maakt. Ze laten zien dat het belangrijk is om in de buurt te blijven van hen die dezelfde richting opgaan en hetzelfde doel hebben. Net als bij de ganzen komen we dan sneller en makkelijker waar we willen zijn dan hen die het alleen proberen te doen. Ook belangrijk is het bij elkaar blijven om elkaar te helpen en te beschermen. Is een van ons gewond, gaat hij of zij door een moeilijke tijd of is er wellicht een terugval in oude zondige patronen, wees dan bereid om er voor deze persoon te zijn, net als die twee ganzen die bij die ene zwakke gans blijven totdat deze is hersteld.  

En dan de ganzen die achteraan in de formatie vliegen. Zij moedigen de rest aan met hun ‘Gak, gak, gak!’ ofwel hun ‘Hou vol, je kunt het!’ oproep. Ook wij mogen elkaar aan- en bemoedigen. En dat kan zoveel vormen hebben. Bijvoorbeeld door onderling appcontact of een belletje, een kaartje of persoonlijk bezoek. Maar daarnaast ook door deel uit te maken van een fijne betrokken kerkelijke gemeente én van een Bijbelkring (‘gemeente in het klein’). Wellicht kan ook een supportgroep (https://www.onderweg.nu/supportgroepen/) tot zegen zijn.

God heeft ons aan elkaar gegeven. We hoeven het niet alleen te doen. Sterker nog, we kunnen het niet alleen doen. We hebben elkaar nodig. Paulus spreekt erover in 1 Korinthe 12:12-31. Een lichaam bestaat uit allerlei verschillende onderdelen die los van elkaar niks kunnen. Je voeten ondersteunen de rest van je lichaam als je staat. Je handen helpen je lichaam zich te wassen. Je ogen helpen je lichaam de wereld te verkennen. En ga zo maar verder. Het lichaam is één groot samenwerkingsverband. Zo heeft God het bedoeld!

Wat ook zo bijzonder is: ganzen volgen bij hun trek naar het zuiden de zon. En net zoals de ganzen de zon volgen, zo volgen wij samen de Zoon. Hoe mooi is het dat Hij, onze Here Jezus, ook wel ‘Zon der gerechtigheid’ wordt genoemd (Mal. 4:2). Op die Zon mogen wij onze focus richten en Hem volgen.

Tot slot, als je dit najaar een vlucht ganzen ziet, neem dan even de tijd om ze te bestuderen. Laat je je erdoor inspireren en breng dank aan je Schepper. Een gezegende Reis gewenst!