Kleine overdenking bij Leviticus 14: 2, 3

“En de priester moet buiten het kamp onderzoeken of hij van zijn melaatsheid genezen is. Als dat zo is, moet de priester opdracht geven om voor hem die gereinigd wordt twee levende, reine vogels te halen, cederhout, karmozijn en majoraan.” Lev 14: 2,3

Ik kwam op deze tekst over het reinigingsritueel voor een melaatse die genezen is, door de Covidtijd waarin we leven. Melaatsheid is een zeer besmettelijke ziekte.

Ook op hartsniveau kunnen we melaats zijn. Aangetast door zonden waar we ruimte aan gaven en achteraan zijn gegaan.

Wie kent ons hart behalve wijzelf. En God natuurlijk.

Nu ga ik ervan uit dat je, net als ik, hebt ontdekt dat je reiniging nodig hebt.

Ga dan het kamp uit. De woestijn in. Ontmoet daar je priester en laat je onderzoeken op de oprechtheid van je verlangen.

Durf  je geestelijk naakt te gaan staan voor de Hogepriester, je te laten reinigen op hartsniveau?

De basis voor genezing is in de Bijbel bloed. Zoals dat van duiven in dit hoofdstuk. God geneest, zegent en maakt een einde aan kwaadaardig gedrag, door het vergieten van bloed.

Dat bloed is een beeld van het bloed van de Heer Jezus. Zijn dood maakt een einde aan onze oude natuur, ons oude leven. Dat wordt voortdurend voor ons uitgebeeld in de offers in het Oude Testament.

Dus wees bemoedigd! En durf uit te gaan buiten het kamp om je Hogepriester te ontmoeten en je te laten reinigen.

André