Johan van de Sluis ziet christenen verschuiven: “Een homofiele levenswijze goedpraten kan niet.”

Vorige week vertelde Johan van de Sluis openhartig over de verandering die hij in zijn leven meemaakte. Waar hij vroeger een homoseksueel leven leidde, is hij volgend jaar 50 jaar getrouwd met zijn vrouw. Hij vertelde ook eerlijk dat er veel mensen met homofiele gevoelens zijn bij wie dat helemaal niet verandert. Vandaag spreken we verder met hem over de worsteling van die mensen, de beschadigingen die kunnen ontstaan door genezingspraktijken én over de wijze waarop de kerk met homoseksualiteit omgaat. “Ik heb worstelingen van dichtbij meegemaakt. Als mens ben ik geneigd te zeggen: geef maar toe aan je homofiele gevoelens. Maar de Bijbel laat daar geen ruimte voor.”

Vorige week vertelde je  over je verandering. Daarna ben je getrouwd met een vrouw. Dat moet ook voor je vrouw lastig zijn geweest…

“Natuurlijk was het moeilijk voor haar. Iedereen zei ook tegen haar dat ze niet met mij moest trouwen. Ik wil ook zeker niet zeggen dat ons huwelijk makkelijk was in het begin. Zoals in ieder huwelijk speelden er zich wel dingen af, maar de seksualiteit was niet het probleem. Maar ik wil juist niet teveel over mijn huwelijk spreken. Want dan lijkt het alsof de weg die ik ben gegaan het model is, maar dat is het dus meestal niet.  Mensen moeten leren om met hun gevoelens om te gaan en als het dan ooit zover komt dat je kunt trouwen, is dat een plus. Ik ken een heel aantal  homofiele mensen die uiteindelijk getrouwd zijn met iemand van het andere geslacht, maar dat moet je nooit te snel doen en het moet zeker geen streven zijn.”

Ik heb ook veel homofiele mensen gesproken die enorm worstelen met hun geaardheid. Ze bidden en smeken om verandering. Maar er gebeurt niets. Dat zorgt voor heel veel frustratie en verdriet. Is God dan willekeurig?

“Dat is ongelooflijk moeilijk. Die worsteling is ontzettend lastig en ik heb  veel mensen meegemaakt bij wie dat hun leven bepaalde. Ze vragen God om verandering, proberen het geloofsprincipe toe te passen waar ik vorige keer over vertelde: het afleggen van de oude mens en het leven vanuit de nieuwe mens, en dan het gaat het toch niet weg. Dat is ongelooflijk zwaar en zeer teleurstellend. Daarom moeten we ook niet de nadruk leggen op de verandering naar heteroseksualiteit. Dat zorgt namelijk voor teleurstelling en pijn. Maar tegelijkertijd moeten we wel honderd procent vasthouden aan de norm van Gods Woord en daarom stond in onze gesprekken altijd dat leven vanuit de nieuwe schepping uit de Romeinen- en Korintiërsbrief centraal. Dat is de kern, juist voor mensen die geen verandering ervaren. Daarnaast spraken we ook over het belang van goede vriendschap, over niet-emotioneel afhankelijk zijn van de ander, over op de juiste wijze man of vrouw durven zijn.

Ik vind het zo verdrietig dat mensen hun hele leven moeten blijven worstelen. Dat is zo ontzettend moeilijk. Toch denk ik dat God kracht wil geven. Hij geeft gewoon niet de ruimte om je homoseksualiteit uit te leven. Ik heb al de worstelingen van dichtbij meegemaakt. Als mens ben ik dan geneigd te zeggen: ga maar ‘zo’ leven. Maar daar geeft de Bijbel geen ruimte voor. Ik heb mensen zo vaak terug zien vallen terwijl ze dat niet wilden. Daar moet je vol begrip op reageren. Ontken nooit dat je oude mens tot de laatste snik blijft. Mijn oude mens is ook bij mij nog aanwezig, maar door Gods genade heb ik geen homoseksuele gevoelens meer. Dat is niet meer mijn strijd. Maar ik heb nog wel strijd met andere dingen.”

Er zijn genoeg mensen die aan je verhaal twijfelen. Hoe ga je daarmee om?

“Dat komt zeker voor. Vanuit de homobeweging heb ik veel te verduren gekregen. Ze bleven leugens de wereld in helpen. Dat ik allang teruggevallen zou zijn of dat ik nooit ‘zo’ geweest ben, bijvoorbeeld. Dat kan ik nooit allemaal gaan weerleggen. Maar ik hoop dat mensen gewoon kijken naar hoe ik leef, wie ik ben en wat ik doe. Als ik werkelijk die homoseksuele gevoelens nog zou hebben, zouden anderen dat echt wel kunnen herkennen en aanvoelen bij mij. Ik hoef helemaal geen proef te doorstaan van anderen, ik hoef het niet te bewijzen. Het is overigens ook belangrijk om te vermelden dat mijn homofiele gevoelens ook een neurotische achtergrond hadden. Dat is niet bij iedereen zo, maar bij mij wel. Ik voelde me altijd verminderd man en had nauwelijks identificatie met een andere man. Ik heb moeten leren dat gevoelig-zijn gewoon bij mijn persoonlijkheid hoort en dat dit niet per se vrouwelijk is. Ook dat is bij mij een innerlijke verandering geweest. Overigens, als ik het allemaal alleen maar verdrongen zou hebben, zou ik het nooit mijn hele leven hebben volgehouden. Er is echt daadwerkelijk iets veranderd.”

Ervaar je het leven zoals je het nu leeft als een kruis?

“Wat homoseksualiteit betreft absoluut niet. Dat vind ik wel voor de mensen die ermee blijven worstelen. Dat is vreselijk. Maar persoonlijk heb ik dat dus niet. Ik heb een geweldig leven. Ik zou het nooit anders gewild hebben. Volgend jaar ben ik 50 jaar getrouwd, ik heb kinderen en kleinkinderen, ben enorm gezegend. Ik ben nu 82 jaar en die homofiele gevoelens zijn mijn kruis niet meer. Dat kruis heeft God van mij weggenomen. Er zijn wel andere dingen die ik moeilijk vind. Er blijven altijd dingen waar je mee worstelt. Daardoor blijf je van God afhankelijk. Maar ik leef al jaren vanuit het geloof in de Heere Jezus Christus. Mijn leven is een wandeling met God. Dat blijft zo mooi. Dagelijks met God praten en vanuit het geloof in Hem leven. Dat heb ik intact weten te houden en dat geeft innerlijke rust en vrede. Dat is het belangrijkste thema in mijn leven: vasthouden tot het einde.”

‘Homogenezing’ komt de laatste tijd veelvuldig aan de orde in onder andere de media. Ik heb beelden voorbij zien komen van mensen die staan te schreeuwen tegen iemand terwijl ze een demon uitdrijven. Hoe kijk je daarnaar?

“Ik heb dat zelf nooit gedaan in de hulpverlening. Wel vind ik dat er bij homoseksualiteit een demonische macht achter kan zitten. Het is absoluut de satan die erachter zit en die komt als een ‘engel des lichts’. Het is de macht van de zonde. Die werd bij mij verbroken in Jezus’ naam en dat was voor mij een belangrijk startpunt. Vanaf dat moment ben ik gaan geloven dat die macht van de zonde op Golgotha vernietigd was. Ik heb dat in de hulpverlening nooit centraal gesteld, maar ik bad wel altijd een keer met een hulpvrager die dat wilde, voor verbreking van de macht van de zonde.

Besef je hoe schadelijk dit kan zijn voor mensen?

“Absoluut. Daarom hebben wij het ook nooit op die schreeuwerige manier gedaan. Ik ben wel eens in pinksterkringen geweest waar dit gebeurde, maar zelf heb ik daar nooit voor gekozen. Het kan namelijk inderdaad beschadigend zijn. Mensen denken na zo’n ‘uitdrijving’ dat het weg is en dan is het niet weg. Dan ga je natuurlijk denken dat je het niet goed gedaan hebt of dat je geloof niet groot genoeg was. Dat kan een ontzettende kramp geven en mensen kunnen blijvend beschadigd raken. Daarom pleit ik voor grote voorzichtigheid op dit gebied. Ook  binnen de (internationale)hulpverleningsorganisaties waarin ik in die tijd actief was, werd dat voor zover ik weet niet gedaan.”

Hoe vind je dat er in de kerk wordt omgegaan met homoseksualiteit?

“Het is belangrijk om achter mensen te blijven staan die uit de kast komen. Om ze te begrijpen en er voor ze te zijn. Dat is het allereerste. Maar vervolgens gaan veel kerken zover dat ze een homofiele levenswijze goed praten en zelfs een huwelijk in gaan zegenen. Dat kan niet. De Bijbel spreekt nergens over een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Je kunt daar geen Bijbelse zegen aan verbinden. Zorg dat je naast die mensen gaat staan, ze bemoedigt, ze troost, ze helpt. Maar ga niet zover dat je een homofiele levenswijze goedpraat en accepteert. Daar ligt een grens en dat moet je als kerk blijven zeggen. Dat is dus niet omdat ik het ze niet gun of omdat het niet fijn zou zijn. Dat is niet de norm. De norm is Gods Woord.”

Toch lijken steeds meer kerken die grens niet langer te trekken?

“Daar maak ik me zorgen over. Eerst was het de maatschappij, nu volgt de kerk. Vroeger werd ik gewaardeerd om mijn visie, juist in de evangelische  beweging. Nu denk ik niet dat ik daar nog zo gevierd ben. Kijk maar eens naar de Evangelische Omroep (EO). Ook daar zijn ze omgeslagen. Je ziet echt een duidelijke verschuiving, ook in de rest van christelijk Nederland. Dat is heel bedroevend.”

Dit artikel verscheen eerder op CIP.nl op 1 september 2020 door Patrick Simons.

Foto: CIP.nl