‘Ze spuwden Hem in het gezicht en sloegen Hem. Anderen stompten Hem en zeiden: ‘Profeteer dan maar eens voor ons, Messias, wie is het die je geslagen heeft?’ Mattheus 26: 67, 68
Mattheus beschrijft de worsteling en strijd van onze Heiland in Gethsémané, bij Zijn gevangenneming en als Hij voor de Joodse Raad staat en in het paleis van Kajafas. We staan er bij stil in deze 40-dagentijd op weg naar Pasen.
In Zijn bergrede hield Jezus Zijn volgelingen voor ‘Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.’ Je leest het in Mattheus 5: 39.
Hij bereidde Zijn leerlingen erop voor dat ze te maken zouden krijgen met smaad en verachting.
Hij gaat hen daarin niet alleen voor, maar zei ook dat ze vanwege Hém gesmaad en gelasterd zouden worden. Ook wij kunnen dat verwachten in onze tijd.
Jezus’ boodschap is: ‘Verweer je niet, gebruik geen geweld, maar zet je in om alles met geduld te verdragen, om mogelijk daardoor de woede van je vijand te overwinnen.’
De apostelen zijn Hem daarin gevolgd. Petrus schrijft in 1 Petrus 3: 9 vlak voordat hij terechtgesteld zal worden: ‘Vergeld geen kwaad met kwaad en als je wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat je ook zelf zegen ontvangt, want daartoe ben je geroepen.‘
Jezus zei, om alle mogelijke uitvluchten te blokkeren: ‘Keer wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe.’ Daarin stil berusten en het overgeven aan Hem die rechtvaardig oordeelt, daar kunnen we het per moment moeilijk mee eens zijn.
Jezus maakt Zijn boodschap echter nog duidelijker door Zijn eigen voorbeeld. Hij wordt bespuugd, bespot en geslagen. De Heiland voor de wereld, de grote Koning.
Hij verdroeg dit allemaal. Niet voor Zichzelf, maar voor de wereld en de mensen die God liefheeft. Voor jou!
Een knecht staat niet boven zijn meester. Een onderdaan is niet meer dan zijn koning.
Als je Heer en Heiland iets van je vraagt, dan geeft Hij je Zijn Geest en alles wat nodig is om het te kunnen doen.