Een totaalverbod op conversiehandelingen is in strijd met de rechten van de mens.
Er worden vraagtekens gezet bij de gemaakte keuze om het Wetboek van Strafrecht aan te vullen met een nieuwe strafbaarstelling.
Ernstige vormen van conversiehandelingen zouden strafbaar moeten worden. De vraag is of deze gedragingen niet al strafbaar zijn gesteld in het huidige Wetboek van Strafrecht.
Het uitgangspunt moet zijn dat mensen zelf kunnen besluiten hoe zij omgaan met hun seksuele gerichtheid of genderidentiteit, ook als dat betekent dat zij zelf pogingen ondernemen om deze kenmerken te veranderen of te onderdrukken.
Het deelnemen aan conversiehandelingen om geloofsredenen zou onder de vrijheid van godsdienst kunnen worden geschaard.
Conversiehandelingen vinden echter niet alleen plaats in een religieuze context. De voorgestelde strafbaarstelling vormt in dat geval een beperking op de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 10 EVRM en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (‘private life’) in de zin van artikel 8 EVRM.
De Afdeling Advisering van de Raad van State heeft een aantal bezwaren bij het initiatiefvoorstel en adviseert het voorstel niet in behandeling te nemen, tenzij het is aangepast.
Het advies is om in de toelichting meer aandacht te besteden aan de positie van mensen die vrijwillig deelnemen aan conversiehandelingen, mede in het licht van hun grondrechten.
De Afdeling zet evenwel vraagtekens bij de gemaakte keuze om het Wetboek van Strafrecht aan te vullen met een nieuwe strafbaarstelling.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal bezwaren bij het initiatiefvoorstel en adviseert het voorstel niet in behandeling te nemen, tenzij het is aangepast.
Jetty