HOMO IN THE BIBLEBELT

Afgelopen maand verscheen het boek ‘Homo in de biblebelt.’ Ik ben één van degenen die mochten meewerken aan dit boek. Dankbaar kijk ik terug op het tot stand komen van mijn verhaal zoals dat is omschreven. Toen ik benaderd werd om mee te werken twijfelde ik.

Moest dat nu echt? Mijn verhaal zo de wereld in brengen? Hoewel ik steeds weer tot de conclusie kwam dat het goed was om mee te werken, bleef de twijfel steeds weer naar voren komen. De hoofdreden dat ik besloot mee te doen, was te laten weten dat ik als christen met homo-gevoelens mag leven met een machtig perspectief. Niet in het hier en nu, maar daar en straks!!! 

In de week voordat het boek werd gepresenteerd verscheen een twee pagina’s tellend artikel in de zaterdag-editie van de krant die in de biblebelt graag gelezen wordt. Naast een interview met de redacteurs was er ook een rubriek waarin van elke geïnterviewde een citaat was gezet. Niks mis mee. 

De maandag erna verscheen ik op mijn werk. In mijn dagelijks leven mag ik elke dag kinderen lesgeven, leiden en gidsen op hun levensweg. Geweldig werk, en ook van geweldige betekenis. Ook op die maandag had ik er weer zin in. Voordat ik een woord kon uitbrengen, ging de eerste vinger al omhoog.

‘Ja, zeg eens, wat is er?’ ‘Meester, in de krant staat uw naam, bent u dat?’ Negentien paar ogen keken me gespannen aan. In de pauze was er met elkaar al over gepraat. Muisstil was het nu. Zou de meester echt….? 

Ik liet de stilte even hangen en ging op mijn stoel zitten. ‘Jullie hebben de krant gelezen dus, en daar staat inderdaad mijn naam in, en ja…inderdaad, dat ben ik.’ Het Bleef even stil en toen kwamen de vragen: ‘Hoe lang wist u dat al?’ ‘Heeft u een vriend?’ enzovoort. Rustig en eerlijk maakte ik mijn leerlingen deelgenoot van mijn levenspad. De lastige jaren waarin ik niet wilde erkennen wat er in me leefde. De strijd die dat gaf. De weg waarin ik mijn coming out deed.

En zo werd dus mijn verhaal, zoals dat in het boek beschreven is, in kindertaal doorgegeven. Samen in het lokaal voelden we op dat moment aan dat we elkaar heel diep in ons hart lieten kijken.

‘En toch, jongens….’, zei ik, ‘heb ik eigenlijk wel een relatie.’

Direct waren er weer die gespannen ogen die me aankeken. Wat zou de meester bedoelen? ‘Met de Heere’, zei ik, ‘door Zijn kracht en nabijheid, lukt het me om te leven zoals dat in de Bijbel staat. Doordat Hij Zijn beschermende armen om mij heen houdt, lukt dat. Ik denk dat het me niet lukt om het alleen te doen.’

Langzaam kwam er een andere stilte in de klas. Een stilte die verwondering gaf.

Na schooltijd en ook de volgende dagen voordat het boek uitkwam, stroomden berichtjes, appjes, mailtjes en kaartjes binnen. Van ouders die me wilden zeggen dat ze het enorm waardeerden dat we er in de klas zo mee omgegaan waren en zo eerlijk hadden gepraat met elkaar. Van ouders die zelfs uitspraken trots te zijn dat hun kinderen deze meester hebben. ‘Veel respect’, werd er geschreven. En vooral ook meldden veel berichten dat gebed gedaan zal worden. Dat Gods nabijheid en zegen wordt gewenst.

Dankbaar kijk ik terug op die dagen. Ik voel me gedragen op de vleugels van het gebed, beschermd door trouwe Vaderhanden. Wat een zegen toch om in het dragen van het kruis van homo-zijn een richtingwijzer te worden naar de Heere die ieder kent. Ook de homo in de biblebelt.

Anton