De conclusies die uit de bovengenoemde teksten getrokken worden, zijn zeer uiteenlopend.
- Sommige christenen concluderen uit deze teksten dat zowel homoseksuele gevoelens als homoseksueel gedrag voor God een gruwel zijn en dus ten zeerste moeten worden afgekeurd. In extremo kan dit standpunt zowel in kerken als in families leiden tot buitensluiting van homo’s en lesbiennes.
- Sommigen maken onderscheid tussen homoseksuele gevoelens en homoseksueel gedrag. Homoseksuele gevoelens worden gezien als een gevolg van de zondeval. Hierom mag je een persoon niet veroordelen. De kerk zal proberen de persoon te steunen in zijn/haar strijd, maar wijst de homoseksuele praxis af. Eind 2013 is er in de CGK na jarenlange studie een rapport verschenen waarin mensen met een homoseksuele gerichtheid nadrukkelijk dezelfde plaats krijgen in de kerkelijke gemeenschap als ieder ander, maar waarin ook geconcludeerd wordt dat “seksuele omgang tussen mensen van gelijk geslacht en relaties waarin die omgang gestalte krijgt, niet in overeenstemming met het Woord van God zijn en derhalve zonde moeten worden genoemd”. (Samenvatting studierapport homoseksualiteit en homoseksuele relaties, pag 7)
- Anderen zien in deze teksten een afkeuring van homoseksuele losbandigheid die als zonde wordt gezien, maar zijn van mening dat de Bijbel niet spreekt over homoseksuele relaties. Of men zegt dat deze teksten gaan over afgodendienst en schending van het gastrecht en dus helemaal niets te zeggen hebben over homoseksueel gedrag. Daaruit leiden zij af dat God relaties gebaseerd op liefde en trouw, dus ook de relatie tussen twee mensen van hetzelfde geslacht, goedkeurt.
- Dan zijn er ook christenen die in de Bijbel lezen dat homoseksueel gedrag zonde wordt genoemd. Ze vinden het echter te moeilijk om dit aan anderen op te leggen. Vanuit een gevoel van barmhartigheid vinden ze dat ze homoseksuele relaties wel moeten accepteren.