Op mijn achttiende werd ik voor het eerst geconfronteerd met het me anders voelen dan hetero, kortom met mijn homo gevoelens alhoewel ik het woord in die eerste tijd maar moeilijk over de lippen kon krijgen. Er brak een moeilijke periode in mijn leven aan waarin allerlei gedachten en emoties over elkaar heen buitelden en elkaar afwisselden. Het ene moment leefde ik in ontkenning en probeerde weg te vluchten voor de realiteit. Het andere moment zat ik diep in de put en ervaarde ik veel verdriet, angst, schaamte en eenzaamheid. Ook voelde ik me afgewezen door God. De harde realiteit drong steeds meer tot me door, ik kon er niet omheen: ik viel niet op mannen, maar op vrouwen. Deze gevoelens waren zo sterk en overheersend aanwezig in mijn leven: het benauwde en beangstigde me.
Terugkijkend naar het proces vanaf die eerste confrontatie tot de uiteindelijke acceptatie van homo gevoelens in mijn leven, herken ik verschillende aspecten die kenmerkend zijn bij rouwen: ongeloof, verwarring, ontkenning, boosheid, ontreddering, ertegen vechten, onderhandelen met God (‘Als U het van me wegneemt, dan zal ik …’), schuldgevoelens, depressie en ook acceptatie. En in dit alles was er steeds die ene vraag: ‘Waarom laat U dit lijden toe in mijn leven?’ Alsook de smeekbede: ‘Neem het toch alstublieft van me weg!’ Het heeft enkele jaren geduurd maar uiteindelijk groeide het zaadje van berusting en aanvaarding. En nog meer: ik begon stapje voor stapje te ontdekken hoe God dit lijden in mijn leven wilde gebruiken in Zijn dienst.
Ieder mens wordt vroeg of laat in het leven bepaald bij de vraag ‘Waarom dit lijden?’ en is op zoek naar antwoorden. Sommigen beweren dat pijn een illusie is. Anderen zeggen dat het lijden aantoont dat God niet bestaat. En er zijn er ook die zeggen dat het lijden bewijst dat God niet almachtig is. Toch schieten deze verklaringen voor het lijden tekort. Er is al veel over dit onderwerp geschreven en gesproken. En er zal nog veel over geschreven en gesproken worden. In deze blog wil ik dat niet dunnetjes overdoen. Wel deel ik graag ‘Het verhaal van de palmboom’ met jou. Omdat dit verhaal in mijn leven zoveel herkenning geeft en mij enorm bemoedigt. En ik hoop zo dat dit ook voor jou het geval mag zijn!
HET VERHAAL
De palmboom was groot en sterk. Fier stond hij op zijn plaats; zijn bladerenkruin wapperend in de wind. Glimlachend keek hij om zich heen. Hij voelde zich goed. Hij was wie hij wezen moest; zoals hij voorbestemd was te zijn. Een grote, sterke boom, die niet zou breken of ontwortelen bij een flinke storm, zelfs niet bij orkaankracht dertien. Hij zuchtte eens diep en keek tevreden om zich heen.
Toen gingen zijn gedachten terug naar de afgelopen jaren. Nee, het was niet allemaal vanzelf gegaan. Groot, sterk en veerkrachtig worden kost wel wat, dat gaat niet vanzelf. Het was heel zwaar geweest.
Als kleine pit had de kweker hem op een bepaalde diepte in de grond gestopt en zo was zijn leven begonnen. Vanuit de diepte en donkerheid van de grond had hij zijn weg naar boven de grond, naar het licht, gevonden en van pit was hij uitgegroeid tot een mooi, klein plantje met een klein, minuscuul kelkje.
Hij voelde zich er heerlijk bij. Zo klein als hij toen was, zo heerlijk voelde de wind aan in zijn kleine kruintje. Ja, dit ging goed; hij groeide als kool, zoals de mensen dat zo mooi kunnen zeggen.
Maar op een dag kwam de kweker en legde iets heel zwaars op zijn kleine kruintje. Het bleek een steentje te zijn, maar o, wat voelde dat zwaar. Hij was bang dat hij zou bezwijken onder het gewicht van dat steentje. Maar hij zou zich niet laten kennen. Hij zou terug vechten. Hij zette zich schrap en zijn worteltjes groeven zich dieper de grond in. Hm, zie je, dat hielp. Hoe meer zijn worteltjes zich verankerden in de grond, hoe beter hij het gewicht van het steentje kon dragen. Het groeien ging wel niet meer zo snel, maar hij brak ook niet.
Toen werd op een dag het kleine steentje weggehaald. Maar deze werd echter wel vervangen door een zwaarder steentje. En zo herhaalde dit proces zich steeds. Telkens als hij dacht, nu gaat het goed, nu ben ik er, kwam de kweker weer met een zwaardere steen. Ondertussen groeide en groeide zijn wortels tot zeer diep in de grond. Ja, zijn groei boven de grond werd daardoor afgeremd, maar beneden in de grond verankerden zijn wortels zich stevig. Toen hij nog klein was, begreep hij het allemaal nog niet zo goed waarom dit moest. Het was zwaar, het deed zeer en soms dacht hij dat hij zou bezwijken onder de last, maar toch gebeurde dat niet. De kweker scheen precies te weten wat hij aankon.
En nu? Nu wist hij wel beter en hij was zijn kweker dankbaar voor zijn handelen.
Het was goed geweest zoals alles was gegaan. Zijn wortels zaten nu zo diep in de grond, dat als er stormen kwamen; ja, zelfs orkanen, dan nog zou hij niet breken of ontwortelen. Doordat zijn wortels zo diep in de grond zaten, kon hij meebuigen in de winden van de storm. Zijn kruin kon de grond raken, maar zelfs dan zou hij nog niet breken of ontwortelen. Ja, de kweker had het goed gedaan.
Als hij zo hard had kunnen groeien als hij had gewild, dan was hij vroeg of laat gebroken of ontworteld. Maar nu staat hij fier en statig. Buigzaam en veerkrachtig. Geworteld in vaste grond. Ja, het was goed. Het is goed!
Glimlachend kijkt de palmboom naar beneden, naar de mensenstroom onder hem. Zouden zij het ook beseffen, dat de Schepper van hemel en aarde daarom stormen, ja, soms zelfs orkanen toelaat in hun leven, zodat zij hun wortels dieper kunnen verankeren in Hem, zodat ook zij staande zullen blijven?
De palmboom wuift met zijn bladeren naar zijn Schepper, zachtjes ruisen zijn bladeren in de wind, alsof hij een klein gesprekje heeft met zijn Schepper.
Misschien zegt hij wel tegen Hem: “Gebruik mij maar als voorbeeld. Laat ze maar zien hoe groot en sterk je kunt worden als je je wortels dieper en dieper verankert op de juiste plaats.”
En zo staat de palmboom op zijn bestemde plaats en is hij geworden die hij voorbestemd was te zijn. Hoor, zijn bladeren ruisen zachtjes; hij vertelt heel zachtjes zijn verhaal aan jou.
Foto’s Unsplash