Help, mijn kind is homo

Door Reitze

De dag dat ik mijn vader vertelde dat ik jarenlang geworsteld heb met homoseksuele gevoelens kan ik me nog goed herinneren. Het had lang geduurd voordat ik eraan toe was hem mijn verhaal te vertellen. Ik was tweede helft dertig toen ik leerde met mijn homoseksuele gevoelens om te gaan in plaats van ze weg te duwen of te ontkennen. Het was in deze periode dat ik mijn vader belde: “ik wil eens met u praten”. Hoe is het voor een vader geconfronteerd te worden met een dergelijk verhaal?

In mijn werk voor Different Nederland en Different Vlaanderen kom ik regelmatig in aanraking met ouders van kinderen die homoseksueel zijn. Als ik spreekbeurten houd over homoseksualiteit zijn er onder mijn toehoorders vaak ouders of andere familieleden van homoseksuele mensen. Ik merk dat zij behoefte hebben hun verhaal te vertellen. Pijn, bezorgdheid en vragen over hoe om te gaan met dit gegeven zijn een aantal van de ingrediënten van hun verhalen.

Voor de meeste ouders die uit de mond van hun kind horen dat hij/zij homoseksueel is, komt dit nieuws hard aan. Misschien was er een vermoeden, misschien ook niet, maar als het hoge woord eruit is, brengt dit bij veel ouders heftige emoties naar boven. Het vraagt tijd en veel energie om dit nieuws te verwerken en om het een plaats te geven. Daarnaast roept dit nieuwe gegeven allerlei praktische vragen op: bijvoorbeeld hoe ga ik vanuit mijn christelijke overtuiging om met mijn zoon/dochter als hij/zij ervoor kiest een relatie aan te gaan met iemand van hetzelfde geslacht?

Emoties

Sommige ouders hebben de neiging om als hun zoon of dochter met het verhaal komt “ik ben homo” dit te relativeren. Zeker als hun kind in de tienerjaren is, kunnen ze als volgt reageren: “Het zal wel een fase zijn die overgaat.” Of: “Als hij zich wat meer op meisjes richt, zal hij wel gevoelens voor hen krijgen.” Of: “Het kan niet waar zijn dat mijn kind ‘zo’ is.” Hoewel een dergelijke reactie begrijpelijk is, ervaart het kind, dat met zijn verhaal naar buiten is gekomen, deze reactie als pijnlijk. Waarschijnlijk heeft hij niet van vandaag op morgen de beslissing genomen zijn ouders in te lichten en is hier een moeilijke fase aan voorafgegaan.

Waaruit komt deze reactie van ouders voort? Mogelijk heeft het te maken met ontkenning. Dit is een mechanisme dat ons beschermt tegen hevige emoties, in feite willen we niet onder ogen zien wat we als pijnlijk ervaren. Deze reactie doet echter geen recht aan het verhaal van de ander. Hij zal zich niet begrepen voelen en kan zich als gevolg hiervan (verder) van hen afwenden.

Als dan langzamerhand de werkelijkheid begint door te dringen, worden de ouders geconfronteerd met de eigen emoties. Een reactie die veel voorkomt is verdriet, dit kan een overweldigend en verlammend verdriet zijn. Het is goed om iets te doen met dit verdriet, om naar wegen te zoeken om uiting te geven hieraan. In het boek …en toch zo anders beschrijven Bob Davis en Anita Worthen hoe ouders vaak door een rouwproces gaan met de volgende fasen: shock, verzet, wanorde en reorganisatie. Het herkennen van deze fasen kan mensen helpen hun reactie op wat hun kind hen verteld heeft te begrijpen.

Het Nieuwe Testament beschrijft de gemeente als een liefdevolle gemeenschap, het feit dat gesproken wordt over “broeders en zusters” laat iets zien van hoe we geroepen zijn naast elkaar te staan. Spreken over homoseksualiteit in onze kerken is niet altijd voor de hand liggend. Het roept bij sommigen eerder afkeer en angst op dan liefde en begrip. Ouders van homoseksuele kinderen zouden gebaat zijn bij een luisterend oor, en dat in een vertrouwelijke sfeer. Is er in onze kerken en gemeentes openheid om naar elkaars verhalen te luisteren? Christenen denken soms dat ze vooral geroepen zijn een goed advies te geven terwijl de ander dat niet altijd zoekt. Verhalen zijn er om naar te luisteren. Dit helpt de ander het verdriet en de pijn waar hij/zij mee te maken heeft een plaats te geven.

Schuldgevoelens

Een ander veelvoorkomende reactie van de kant van ouders is dat ze zich schuldig voelen over het feit dat hun kind ‘anders’ is. “Ligt het aan ons?” “Hadden we het kunnen voorkomen?” Het gebeurt dat andere gelovigen er een schepje bovenop gooien en deze ouders fijntjes onder de neus wrijven dat het inderdaad aan hen zal hebben gelegen dat hun kind homoseksueel is. Het is niet terecht om ingewikkelde processen, zoals die plaatsvinden in het leven van een kind dat later homoseksueel blijkt te zijn, op deze wijze te simplificeren. De werkelijkheid is veel complexer. Tal van factoren liggen ten grondslag aan homoseksualiteit. Maar spelen de ouders dan geen rol van betekenis bij de opvoeding van hun kind? En zijn zij misschien tekortgeschoten?

Is dit niet de ervaring van veel ouders als ze terugkijken op de tijd dat hun kinderen jong waren? Hebben velen van ons niet het idee dat we met de kennis van het heden dingen wellicht anders hadden gedaan? Het is de balans om enerzijds eerlijk te zijn en durven hierbij stil te staan en anderzijds zich niet te laten meeslepen door negatieve gevoelens alsof zij de schuld zijn dat hun kind homo of lesbisch is.

Als we fouten hebben gemaakt, dan mogen we dat onder ogen zien en erkennen. De bijbel spreekt over verzoening. De boodschap van het kruis is een boodschap van hoop voor mensen die gefaald hebben (ook in de moeilijke opdracht kinderen groot te brengen). God veroordeelt ons niet en we hoeven onszelf ook niet te veroordelen. Het erkennen van gemaakte fouten kan betekenen dat de kloof die er mogelijk tussen ouders en kind is, overbrugd wordt. Ook al betekent dat niet dat daarmee alle ge- en verschillen uit de weg zijn geruimd.

Praktische vragen

Terwijl men bezig is de eigen emoties een plaats te geven, wordt men ook geconfronteerd met praktische vragen: hoe ga ik om met mijn zoon of dochter als hij/zij ervoor kiest een relatie aan te gaan met iemand van hetzelfde geslacht? En hoe ga ik om met zijn/haar eventuele partner? Dit geldt met name voor christenouders die de overtuiging hebben dat homoseksualiteit niet volgens Gods bedoeling is. Sommige van deze ouders wijzen hun kind resoluut de deur omdat ze niets te maken willen hebben met deze zonde. Het argument dat dan gebruikt wordt, is dat God duidelijkheid wil. Nu is het een Bijbelse gedachte dat christenen worden opgeroepen de zonde na te laten (niet altijd een gemakkelijke opgave), maar het is goed om te onderscheiden waar onze eigen verantwoordelijkheid ligt en die van onze zoon of dochter. Zondigen we door om te gaan met iemand die een weg kiest die strijdig is met Gods geboden? Jezus ging veel om met mensen die niet volgens Gods bedoeling leefden, de godsdienstige leiders van zijn tijd bekritiseerden hem om die reden. Als er één was die pal stond voor de waarheid was het Jezus. Hij kwam er duidelijk voor uit en tegelijk wist Hij als geen ander het hart te bereiken van mensen die door de godsdienstige elite vanwege hun zondige levenswijze waren afgeschreven.

Christenouders die geloven dat homoseksualiteit niet volgens Gods bedoeling is, moeten deze overtuiging niet loslaten. Ze kunnen vanuit de maatschappij druk ervaren om hun kind te aanvaarden en zijn gedrag goed te keuren. Ze kunnen vanuit sommige christelijke kringen druk ervaren om afstand te nemen van hun kind. Christenouders doen er goed aan hun overtuiging vast te houden én hun kind onvoorwaardelijk lief te hebben en te accepteren. Het is goed ons hart en ons huis te openen voor mensen, zeker voor onze eigen kinderen.

Andere christenouders hebben er geen probleem mee om hun eigen kind thuis te ontvangen maar hebben wel problemen als hij met zijn partner op bezoek komt. Ze willen niets te maken hebben met de man met wie hun zoon of met de vrouw met wie hun dochter een relatie heeft. Zouden ze deze reactie ook hebben als hun zoon ongehuwd zou samenwonen met een vrouw of hun dochter met een man? Opnieuw geldt: accepteren en liefhebben is niet hetzelfde als goedkeuren.

En wat als hij met zijn vriend wil komen logeren? Ik kan me voorstellen dat veel christenouders er moeite mee hebben om de logeerkamer met tweepersoonsbed beschikbaar te stellen. Deze ouders staan voor een moeilijke afweging. Ze willen hun kind en diens partner niet kwetsen maar vinden het moeilijk als onder hun dak seksueel contact plaatsvindt waarvan zij de overtuiging hebben dat het God kwetst. Het is goed dat de ouders vasthouden dat niet hun kinderen maar zijzelf de regels van hun eigen huis bepalen. Mogen de ouders van het kind vragen dat hij hen, met de overtuiging die zij hebben, respecteert? Ik geloof van wel. Respect moet van twee kanten komen. Een open en eerlijk gesprek kan de spanning wegnemen.

En hoe nu verder?

Ouders hebben de neiging om hun kinderen vast te houden, ze willen zo graag het beste voor hen. Christenouders willen zo graag dat hun kinderen, als ze eenmaal volwassen zijn geworden, Christus volgen. In het boek …en toch zo anders is een heel hoofdstuk gewijd aan ‘loslaten’. Loslaten is iets anders dan je van iemand afkeren. We zeggen het zo gemakkelijk: je moet degene van wie je houdt aan God overgeven. Maar in de praktijk is dit zo moeilijk. De schrijvers van dit boek noemen een aantal aspecten van loslaten. Een van de dingen die zij noemen is dat we de ander dezelfde vrijheid geven die God ons geeft: de verantwoordelijkheid voor onze eigen keuzes.

Maar hoe nu verder? Dezelfde omstandigheden kunnen voor de een tot gevolg hebben dat hij of zij wegzakt in een moeras van terneergeslagenheid, terwijl de ander te midden van de gebrokenheid in zijn of haar bestaan nieuwe kracht vindt. God nodigt ons in welke omstandigheden wij ook zijn onze toevlucht bij Hem te zoeken. Hij belooft dat Hij ons niet in de steek zal laten en wil ons de weg wijzen. Onze zorgen mogen we bij Hem brengen en het vertrouwen hebben dat onze gebeden niet tevergeefs zijn zonder dat we weten op welke wijze en wanneer Hij antwoord geeft. Anita Worthen, zelf moeder van een homoseksuele zoon getuigt dat ze door alles heen erop vooruitgegaan is; de ontdekking dat haar zoon homoseksueel is, heeft haar naar God gedreven. Door wat ze heeft meegemaakt kan ze uitdelen aan anderen. Ondertussen gaat de reis verder. God geeft hoop en kracht.