PASTOR EN PRIESTER
Door Krijn de Jong
‘Heer, neem hem op in Uw woning, want wij hebben hem lief.’ Met pijn in ons hart staan we in de Rooms-Katholieke kerk van Abcoude. De kerk ziet er uit zoals een RK-kerk er uit hoort te zien, rijk versierd met kleurrijke afbeeldingen. We volgen de liturgie voor het afscheid. Ik zie vrienden, bekenden en vreemden. We voelen ons verenigd. We gaan een vriend begraven, een vriend waar we veel van hebben gehouden: Dominee/Kapelaan Hans Schouten.
De ene vriendschap is de andere niet. Mijn vriendschap met Hans duurde bijna 45 jaar. Soms zagen we elkaar een tijd niet, dan weer regelmatig wel. Maar voor mijn gevoel was Hans er altijd. Als ik iets niet wist dacht ik al snel, even Hans bellen. Lang niet altijd deed ik het, maar het idee alleen al dat ik hem kon bellen was al helpend. Soms spaarde ik mijn vragen op tot we elkaar weer zagen. Hans wist onnoemelijk veel. Natuurlijk kon je bij hem terecht met je theologische vragen, maar ook met vragen over de kerkgeschiedenis. Het Jodendom had zijn speciale interesse. Hij wist er niet alleen veel van maar hij had ook veel joodse mensen ontmoet. Als kind al in de oude Jodenbuurt. Ook met vragen over de oorlog kon je bij Hans terecht. En natuurlijk met vragen over zijn geliefde Amsterdam. Hij kon fantastisch vertellen. Vol humor. In zijn gezellige huiskamer hebben we buitengewone avonden beleefd. Hoewel zijn huis er uit zag als een soort museum was Hans in zijn denken zeker niet in vroegere tijden blijven steken. Ik heb niemand gekend die zo ouderwets was en tegelijk zo bij de tijd. In meerdere opzichten was hij een man van tegenstellingen. Hij was streng en mild, zuinig en goedgeefs, Dominee en Priester. Een unieke man. Iemand om van te houden. En we hebben van hem gehouden. Van harte hebben we gebeden: ‘Heer neem hem op in Uw woning, want wij hebben hem lief’.
Hans was niet geschikt voor het huwelijk, maar evenmin was hij geschikt om alleen te zijn. Zijn goede vriend Jaap werd een levensgezel. Maar ook twee personen was te weinig. Hans stichtte in zijn prachtige zeventiende-eeuws onderkomen, ‘Oud Rustenburgh’, een kleine leefgemeenschap, annex conferentie centrum. Er was logeermogelijkheid voor groepen tot ongeveer veertig personen. Voor vele studentengeneraties was: ‘Baambrugge’ een begrip. Maar ook met bijbelstudiegroepen kon je er terecht. Mijn eerste kennismaking was in 1972 toen we met een aantal Urker jongeren een evangelisatie actie hadden in Amsterdam. Baambrugge was onze uitvalsbasis. Een Pinksterdienst uit die tijd ben ik nooit meer vergeten. Hans preekte in de kleine gereformeerde schuilkerk over Handelingen 2 vers 3: ‘En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen’. We voelden de Heilige Geest. Er was een opwekkingssfeer in Baambrugge. Verschillende kenmerken van opwekkingstijden waren er zichtbaar, zoals gemeenschappelijk leven, zang en muziek, intensive Bijbelstudie, geestelijke en materiële hulpverlening, aandacht voor Israël en liefde voor de zending. Het was er allemaal en we hebben er van genoten.
Voor geestelijke hulp kon je bij Hans terecht. Speciale aandacht had hij voor mensen met homoseksuele gevoelens. Wat kon hij goed luisteren, wat gaf hij veel ruimte, wat bleef hij dicht bij het reddende Woord van God. Zo’n gesprek hoefde niet tot een uurtje beperkt te blijven, doorgaan tot diep in de nacht hoorde tot de mogelijkheden. Hans had een warme relatie met EHAH en het latere Different. Een van de werkers van EHAH, Rob Verhaegh (auteur van de brochure ‘En sommigen uwer zijn dat geweest’, heeft hij de weg gewezen naar het priesterschap, een weg die hij later zelf ook is gegaan. Op 80 jarige leeftijd werd hij tot priester gewijd. Tot zijn dood diende hij een kleine Amsterdamse parochie. Begin dit jaar werd hij plotseling erg ziek. De dood kondigde zich aan. Kort voor zijn sterven stonden de mensen van de leefgemeenschap rond zijn bed. Zij ontvingen allen een zegen. Een priester ging heen. Op de rouwkaart stonden de woorden uit Lucas 2, 29-30: ‘Nu laat Gij Heer, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring van de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël.’
De uitvaartdienst werd geleid door Jan van de Wolf, een van de leden van de leefgemeenschap, en pastor Rob Verhaegh. We zongen psalmen uit 1773. Eerst psalm 84: ‘Hoe lieflijk hoe vol heilgenot, O heer der legerscharen God, zijn mij Uw huis en tempelzangen’. En daarna psalm 25: ‘Gods verborgen omgang vinden zielen waar Zijn vrees in woont’. We zongen ook liederen die Hans zelf heeft gedicht en samengebracht in de bundel ‘Baambrugs liedboek’. Deze bijvoorbeeld: ‘Wij bidden om Uw Geest’. ‘Ons woord blijft krachteloos – onvruchtbaar ons bestaan en onze liefde trouweloos – Tenzij G’ons op doet staan. Tenzij G’uw vlammenkroon – doet lichten op ons hoofd O Geest van Vader en van Zoon – o Trooster ons beloofd!