‘Zie de mens!’ Johannes 19:5
Machteloos, zo zien de omstanders Jezus, rabbi, wonderdoener. Door de indruk die Hij maakt nu Pilatus Hem naar buiten laat komen voor het gerechtsgebouw: bespot, geslagen, verachtelijk bespuugd door soldaten: Jezus van Nazareth.
Nathaniël, Petrus en Martha noemden Hem: ‘Heer!’ Daarin klinkt de Godsnaam door uit het Oude Testament: ‘U bent de Messias, de Zoon van God die naar de wereld zou komen!’
Messias? Góds Gezalfde? Deze figuur?
Het oude woord ‘deernis’ drukt het diepe en intense gevoel van ontroering uit over Zijn lijden: als je kijkt, in gedachten, de teksten hoort, erbij stilstaat voor jezelf. Zo diep, zo sterk dat het afkeer oproept.
Verbijstering!
‘Is dat, is dat mijn Koning?’ dicht Jan Scharp in een oud gezang. Isaac Dacosta schrijft: ‘Wat hier gebeurt is verpletterend, duister, ontzettend.’
‘Ja. Dat ís Hij’, zegt het geloof.
‘Ja, dát is Hij,’ zegt ieder die in Hem het Lam van God herkent, de Heiland voor de wereld. Jij ook?
‘Zie de mens,’ zegt Pilatus.
Herken je je Koning, zoals je Hem nu ziet op grond van de tekst? Dít is de Zoon van God, beladen met al jouw narigheid, álle narigheid, zonde en dood van de mensheid: kapotgemaakt, stukgemaakt, om ons.
De Heiland, Heelmaker van je leven!