GOD KAN JE VERLANGENS TRANSFORMEREN – 1

In het Oude Testament valt een patroon op: Gods volk ervaart Zijn goedheid en ze beloven Hem trouw. Maar dan blijken hun laagste verlangens steeds weer sterker dan hun liefde voor Hem. Dat zie je gebeuren in de Hof van Eden, in Babel, bij de zondvloed, rondom het gouden kalf, en in het leven van rechters en koningen.

Jeremia vat deze deprimerende diagnose samen in zijn beschrijving van het menselijk hart: ‘Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?’ – Jeremia 17:9. Hij profeteert ook over een Nieuw Verbond: ‘Dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël zal sluiten’, spreekt de Heer,Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.’ – Jeremia 31:33.

In het Oude Testament belooft God dus al genezing voor bedrieglijke en onbetrouwbare harten. Ons hart zit vast in verlangens naar goddeloze dingen, maar bij God is niets onmogelijk, lees je in Lukas 1:37. Het kost echter tijd en oefening om de zachte duwtjes die God geeft in de goede richting, te onderscheiden.

Je krijgt een nieuw zelf!

Als nieuwtestamentische gelovige word je een nieuw zelf beloofd, dat je oude zelf vervangt. Paulus gebruikt daarvoor de metafoor van het uittrekken en aantrekken van kleding. Het gaat daarbij om een kwalitatieve verandering van identiteit in de gelovige. Hij schrijft aan de christenen in Kolosse als aan mensen die ‘hun oude zelf met zijn praktijken hebben afgelegd en het nieuwe zelf hebben aangedaan, dat wordt vernieuwd tot kennis, naar het beeld van Hem Die hen geschapen heeft.’ – Kolossenzen 3: 9,10.

Als je christen wordt, geeft God je een nieuw zelf, met goddelijke verlangens die we vanuit onszelf, van nature, niet hebben. Dat nieuwe zelf aandoen, is geen passieve aangelegenheid – Paulus gebruikt daarvoor het beeld van kleren uit- en aandoen. Als je nieuwe kleren krijgt, dan heb je daar niets aan, tenzij je je oude kleding uittrekt en vervolgens de nieuwe aandoet. Je zult allereerst je oude zelf (‘met zijn praktijken’) uit moeten trekken. Wat kan dat moeilijk zijn, om oude kleren op te geven, als ze zo heerlijk comfortabel zitten. Ook al zijn ze helemaal versleten! Vervolgens zul je je nieuwe zelf moeten aantrekken. Paulus schrijft in Colossenzen 3:12 ‘Bekleedt u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld’.

Nu zou je kunnen denken dat dit meer met gedragsverandering te maken heeft dan met transformatie van je verlangens. Maar de Bijbel is realistisch genoeg over hoe mensen in elkaar zitten om niet te pleiten voor een ‘Fake It Till You Make It’-psychologie. (De term ‘Fake It Till You Make It’ betekent dat je je gedraagt alsof je zelfverzekerd en competent bent, zelfs als je dat niet bent en je je niet zo voelt, red.) Leven op een goddelijke manier, naar Gods richtlijnen, is niet ‘doen alsof’, als je je goed realiseert wie je bent in Christus.

Je bent geroepen om zo te leven als past bij de realiteit van je nieuwe identiteit. Petrus verwoordt het zo: ‘Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilig volk, dat God Zich tot eigendom maakte, opdat u de grote daden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis heeft geroepen tot Zijn wonderbaar licht.’ – 1 Petrus 2:9

Zal God mijn homoseksuele gevoelens veranderen?

Tot nu toe had ik het over verlangens in het algemeen. De woorden uit Colossenzen 3 die we bekeken, volgen kort op een gebod om je goddeloze verlangens en activiteiten te kruisigen: ‘Doodt dan alles wat tot uw aardse natuur behoort: seksuele immoraliteit, onreinheid, hartstocht, kwade begeerten en hebzucht, dat is afgoderij.’ – Kolossenzen 3: 5.

Wat wil dat zeggen ‘kwade begeerten doden’? Moet je proberen je homoseksuele gevoelens uit te roeien? Het helpt om hier onderscheid te maken tussen twee aspecten aan seksuele verlangens: allereerst hun oriëntatie (of in Bijbelse taal gezegd: wat is het patroon van je verleidingen) en, vervolgens de macht die ze over je hebben.

Onze ervaring bij True Freedom Trust (TFT)  is, dat de seksuele oriëntatie van de meeste mensen weinig verandert als ze eenmaal volwassen zijn. Een van de problemen met conversietherapie is dat die zich richt op een verandering in oriëntatie die de meeste mensen waarschijnlijk niet zullen bereiken. De ‘doorn in het vlees’ van Paulus was misschien wel een voortdurende verzoeking. Gods antwoord was niet dat Hij die wegnam, maar dat Hij Paulus de genade gaf om het te verdragen. 2 Korintiërs 12:7-10.

Aan de andere kant hebben we bij veel mensen gezien dat de macht die hun homoseksuele gevoelens over hen hadden, sterk afnam naarmate ze groeiden in hun leven met Jezus. Ze erkennen dat hun vlees zwak is en dat ze Gods genade en de steun van geloofsgenoten nodig hebben. In tegenstelling tot de dwaze jongeman uit Spreuken 7 nemen ze afstand van het flirten met de invloed van de wereld en snijden ze paden naar zondige wegen af. Daarbij erkennen ze ook de realiteit van geestelijke aanvallen en strijd en bewapenen zich op de juiste manier, naar Efeziërs 6. De verandering in de sterkte van hun homoseksuele gevoelens komt doordat ze er niet langer als een slaaf gebonden aan zijn, naar Romeinen 6:6, en ook doordat gevoelens minder intens worden, omdat ze minder worden gevoed vanuit diepgeworteld gedrag.

Maar terug naar de vraag: ‘Zal God mijn homoseksuele gevoelens veranderen?’ Al met al zou je kunnen zeggen dat God toelaat dat je die aantrekkingskracht blijft ervaren. Maar als je godsvrucht nastreeft, zou de macht die homoseksuele gevoelens hebben over je geest, lichaam en ziel na verloop van tijd moeten afnemen. Dit is namelijk een van de gevolgen van levensheiliging.

Stuart – directeur van onze zusterorganisatie TFT. Met goedkeuring vrij vertaald en opgenomen. Dit is het eerste deel van het artikel. Het tweede deel wordt geplaats op 26/8.

 God transforms our desires | True Freedom Trust