Getuige zijn in een vijandige wereld – 6

‘Allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden.’ 2 Timotheus 3:12

Martelaren

We hebben de opdracht om te verkondigen en we hebben de opdracht om te helpen. Maar hoezeer we ook ons best zullen doen, verdrukking, discriminatie en vervolging zullen we niet ontlopen. De vroege christelijke kerk kende veel martelaren. De late kerk kent ze ook.

Ook nu kunnen er martelarenboeken worden geschreven. Ook in 2023 zitten mensen gevangen en worden christenen omwille van het evangelie gemarteld en gedood. In Iran zitten volgelingen van Jezus gevangen en in Pakistan moeten ze vrezen voor hun leven. In Nigeria vallen elke week tientallen doden en in China loopt de druk op de gelovigen angstwekkend op.

We weten over hen en kunnen daarom met ze meeleven en voor ze bidden. Ze zouden in onze erediensten best een groter plaats verdienen.

En wij in het Westen? Wij hebben volgens de theoloog prof. Bram van Beek op een eiland geleefd. Maar blijft dat zo? Als we trouw blijven in ons getuigenis zal dat zeker met toenemende druk gepaard gaan. Kunnen we het nog? Wij zijn het langzaam verleerd.

De tijdgeest jaagt ons schrik aan. De ‘nieuwe christenen’, mensen die vanuit een andere godsdienst tot geloof in Jezus gekomen zijn, gaan ons nu voor. Zij weten beter dan wij dat geloof en lijden samengaan. En dat je offers moet brengen. Er zijn talloze voorbeelden van.

De dichter Willem de Mérode (1887-1939) heeft zo’n ‘kleine’ indrukwekkende’ lijdensgeschiedenis in een gedicht proberen te vatten. Het speelt zich af in de Vroege Kerk, maar het gedicht heeft universele trekken. Het gaat over de wafelverkoper Vitellus. Hij geeft zijn ‘gewin’ op voor Zijn Heiland Jezus Christus.

Vitellus

Waar is Vitellus, de wafelverkooper?

Waar is Vitellus, die snelle looper?

Hij danste als hij liep, en hij stond op één voet,

Zijn wafels waren zoo warm en zoet.

De keizer kocht, en de gladiatoren,

En de keizerin heeft van hem gekocht.

Hij mocht alles zien en alles horen.

Was overal en nergens als men hem zocht.

Vitellus komt in paleizen en kroegen,

Men weet nooit wat hij doet, en nooit waar hij is.

Hij sprak straks met lieden die ketenen droegen,

Zij vertrouwen hem, want hij tekent den Visch.

Vitellus heeft voor Christus gekozen,

Hij loopt bij Christenen uit en in.

Wáár is Vitellus, brullen de matrozen,

Dat bakkertje was zoo naar onzen zin.

Men heeft Vitellus gevangen genomen,

Op een nacht, met veel “godsdienstig gespuis”.

Toen de keizer het hoorde, liet hij hem komen,

Hij wou Christus niet vloeken; hij moest aan ’t kruis.

Men heeft hem slechts aan het hout gebònden,

Hij is jong en mooi, men liet hem graag vrij.

Spijker maar vast mijn lijf vol zonden,

Sprak hij; Heere Jezus, denk aan mij.

Allen die aten van zijn wafels

Zien hoe een leeuw hem bespringt en verscheurt.

Slaven verwijderen bloed en rafels,

Men praat en lacht of er niets is gebeurd.

Waar is Vitellus, de wafelverkooper?

Waar is Vitellus, die snelle looper?

Vitellus zag Christus, verliet zijn gewin

En snelde den Heer na, den hemel in.

Krijn de Jong

Dit is het zesde deel van het artikel ‘Vertel het allen!’ De volledige tekst vind je in het zomernummer van het blad Profetisch Perspectief https://profetischperspectief.nl/