Kruipend in de huid van de Kananese vrouw uit Mattheüs 15:21-28
De Zoon van David, Hij komt eraan
Zijn broeders rondom Hem, Farizeeën vooraan
Vervloekt door mijn afkomst, Cham heeft mij gescheurd
Van de levende God, mijn verwonde ziel treurt
Maar Hij is mijn hoop, ik kan Hem niet weerstaan
Eenvoudig maar een koning gelijk, Zijn liefde trekt mij aan
Geloof welt op als ik naar Hem kijk
Hij is het antwoord op de pijn waaraan ik bezwijk
Mijn meisje, mijn liefje, belast breekbaar kind
Wordt van mij genomen als ik heling niet vind
De smaak van mijn treurnis is bitter als gal
De weg naar Hem open, maar het pad lijkt te smal
Zijn woord klinkt afwijzend, dit kan ik niet dragen
Maar Hij is mijn hoop, alleen Hem kan ik vragen
Dan kijkt Hij me aan, Zijn stralende ogen
Doorboren mijn ziel, Zijn hart lijkt bewogen
Hij is Jeshua, het Brood des levens
Zelfs een hond als ik wil Hij nog vergeven
Al zijn het maar kruimels, Heer, wees mij genadig
Eén zegen van U, en ik ben verzadigd
De blik in Zijn ogen, als die van een moeder
Een Herder voor velen, mijn Hemelse Hoeder
Een traan op Zijn wang, als kristal in het licht
Ogen vol liefde, op de mijne gericht
Hij roemt mijn geloof en mijn dochter is genezen
Genade z o g r o o t, Zijn naam zij geprezen
Richard