Als je het over LHBT+-ers in de kerk hebt, over wie heb je het dan precies? Ik tel twee groepen LHBT+-gelovigen in de kerk van vandaag. Allereerst zijn er degenen die hun geloof in Jezus Christus belijden, maar tegelijkertijd selectief de Bijbelse leer en traditie verwerpen met betrekking tot homoseksualiteit. Ze kiezen ervoor homoseksuele relaties aan te gaan, mogelijk in een homohuwelijk. En dat om allerlei verschillende redenen. Voor deze groep heeft de identiteit – zoals ze die ervaren – prioriteit als het gaat om geloofskwesties en inzicht. Als die identiteit niet overeenstemt met de Bijbel, dan moet de Bijbel beargumenteerd worden. Of ze wordt ontoepasbaar, verouderd of gewoon verkeerd verklaard. Laten we dit het ‘Identiteit-eerst’– model noemen. Hier volgen een paar citaten die de ‘Identiteit-eerst’-positie weerspiegelen:
‘Homo zijn is geen zonde. En voor een homo is het verlangen naar en nastreven van liefde, huwelijk en gezin niet egoïstischer of zondiger dan wanneer een hetero persoon precies dezelfde dingen verlangt en nastreeft.’ —Matthew Vines, christen auteur
‘Dat je homo bent, doet er niet toe. God heeft je zo gemaakt en houdt zo van je en het kan me niet schelen. (…) Je moet blij zijn met wie je bent.’ —Paus Franciscus, tegen een homoseksuele man in 2018
‘Ik geloof dat God relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht zegent.’ —Matthew Hunsberger, Christenen voor sociale actie.
De tweede groep LHBT+-gelovigen belijden hun geloof in Jezus Christus, en kiezen ervoor om hun seksuele oriëntatie niet op de eerste plaats te stellen, wat geloofszaken en inzichten betreft. Beter gezegd, ze accepteren het imago dei zijn (beelddrager van God zijn) als goddelijk gedefinieerd en niet onderhandelbaar. Door het imago dei voorrang te geven in hun dagelijks leven, ontkennen zij alternatieve identiteiten en seksualiteiten, en streven ze naar een rein leven in overeenstemming met de Bijbel. We noemen dit het ‘Geloof-eerst’-model. Hier zijn een paar citaten van LHBT+-gelovigen die dit perspectief voorstaan:
‘Trouw zijn aan jezelf is niets minder dan afgoderij. Is een kinderverkrachter niet gewoon trouw aan zichzelf? Een verkrachter? Een dief? Een hebzuchtig persoon? En ga zo maar door. Dus nee dank je. Ik wil niet trouw zijn aan mezelf. Ik wil trouw zijn aan God en Zijn Woord.’ —Becket Cook, auteur van A Change of Affection
‘Als ik als homoseksuele man door het leven wil gaan, en de hele moderne identiteit en levensstijl omarm, dan verzekert Gods Woord me ervan dat het me niet gelukkig zal maken. Daarom probeer ik Gods Woord tot autoriteit in mijn leven te maken in plaats van wat ik (of een ander mens) zou kunnen denken dat me geluk zal brengen.’ —Ed Shaw, directeur van Living Out (VK)
‘Als we de Schrift liefhebben, moeten we er genoeg van houden om haar te laten bewijzen dat we ongelijk hebben. En tegelijkertijd moeten we er genoeg van houden om haar ons te laten vertellen wat we niet willen horen.’ —Gregory Coles, auteur van Single Gay Christian
Nu is het ‘Identiteit-eerst’-model geen uitvinding van de 21e eeuw. Het bestaat al een tijdje en speelt zelfs een belangrijke rol in de kerkgeschiedenis. Dat wil niet zeggen dat het een model is om onder alle omstandigheden te omarmen. Integendeel. De kerkgeschiedenis laat zien dat het verheffen van identiteit boven geloof, vraagt om voorzichtigheid en onderscheidingsvermogen.
Misschien is het beste voorbeeld, waarbij het ‘Identiteit-eerst’-model werd gebruikt bij een geloofsbeslissing, wel het Concilie van Jeruzalem in Handelingen 15. Het concilie besluit dat van heidenen niet wordt verlangd dat zij zich aan alle wetten van Mozes houden. Met andere woorden, de identiteit van heidenen is genoeg om hen te ontheffen van het houden van bepaalde delen van de wetten van Mozes. Dat is het verheffen van identiteit boven de Bijbel en het geloof. Een belangrijke breuk met de traditie!
Dat was echter geen luchthartige beslissing. Toen de apostelen en oudsten in deze kwestie beslisten ten gunste van de heidenen, oordeelden zij in feite over de integriteit van de wetten van Mozes. Als je de uitspraken van het Concilie goed bekijkt, dan zie je dat de oudsten in Jeruzalem niet alle delen van de Mozaïsche wet als voor altijd bindend beschouwden. Dat blijkt uit de vier wetten waar heidenen wél verantwoordelijk voor blijven. Eén daarvan is, zoals we weten, het algemene verbod op porneia, meestal vertaald met seksuele immoraliteit.
Rick E. directeur van Free in Christ Ministries, met toestemming vrij vertaald en opgenomen. Eerste deel van het artikel Faith or identity? A lesson from the Book of Acts (freeinchristministries.org) Tweede deel volgt.
Foto Unsplash