Een warme plek

“Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook!”   1 Joh 3: 1

Jezus volgen vraagt veel van je, schrijft Johannes. Alles eigenlijk.

Je moet er steeds weer voor kiezen: wandelen in het licht, met Jezus, of niet.

Juist ook als wat je meemaakt dat moeilijk maakt, of je zelf dingen doet die niet passen bij het nieuwe leven van een christen.

Je kunt gaan denken dat je niet goed genoeg bent omdat je God en anderen en  jezelf  steeds weer teleurstelt. Je kunt er onzeker van worden. Zo van: ‘Ik? Kind van God?’  

Geloof wordt beproefd. Johannes weet ervan. Deze ervaren volgeling van Jezus kent de strijd met alles wat zich van buitenaf en binnenuit aan kan dienen. De bedoeling is dat je door beproevingen gaat groeien. Sterker, volwassen wordt.

In dat proces laat God je niet los. Johannes benadrukt Zijn Vaderliefde.  

Volgelingen van Jezus staan geestelijk nogal eens op de tocht. Dat maakt een warme plek om bij te komen belangrijk.

Johannes schrijft erover: liefde – Vader – gegeven – wij – kinderen van God.

Mensen kunnen altijd weer vinden dat er van alles aan je mankeert. Plakken je een etiket op.

God niet.

Hij omhelst je Vaderlijk en zegt: ‘Jij hoort bij Mij.’