Een goed geweten

“Als je dat doet, verspeel je het voorgoed bij God,” dat zei niet zomaar iemand tegen mij, maar mijn geweten. Die innerlijke stem, die met je praat als iets niet in orde lijkt te zijn,  soms duidelijk, dan weer zachter, kent iedereen.

Mijn geweten sprak tegen me, omdat er iets in mijn leven niet in orde was. En daarin kwam God voor, vanwege mijn christelijke opvoeding. Die mijn geweten een ‘christelijk stempel’ gaf. Ook al kon ik, al heel jong, niets met het christelijk geloof. Ik wilde ‘normaal’ zijn, zoals anderen. ‘Normaal’ betekende voor mij: leven zonder slecht geweten. Kunnen doen en laten wat je wilt. Ik zag toen nog niet in dat het geweten geen christelijk principe is. Je komt het tegen bij ieder mens en in elke cultuur. En mensen die zich ‘geweten-loos’ gedragen gelden als gevaarlijk.

Het geweten is ons bewustzijn voor moraal, goed en kwaad. Je ziet het al bij kinderen. Als een kind wordt betrapt als het speelgoed van een ander kind afpakt en het daarmee op het hoofd slaat. Je geweten wordt aktief als je betrapt wordt op fout gedrag. Het geweten van veel mensen is belast met dingen die alleen zij weten. En dat kan als schuld zo zwaar wegen dat je je blijdschap verliest.

Waar komt ons geweten vandaan?

Die morele gevoelsbarometer, die innerlijke stem die zegt dat je iets moet doen of laten, waar komt die vandaan?

Wetenschap en filosofie geven hier geen bevredigend antwoord op. De Duitse filosoof Nietzsche noemde een slecht geweten een product van onze beschaving. Mensen moeten daarin onder druk hun weg vinden, en daardoor keren ze hun agressieve, dierlijke drift naar binnen, tegen zichzelf. Volgens Nietzsche is een slecht geweten een ‘ziekte’. Die gedachte kom je nóg tegen, in een iets andere versie, als in psychotherapie en zielszorg geprobeerd wordt een slecht geweten te sussen, schuldgevoelens kwijt te raken, en eigenwaarde te stimuleren in plaats van te kijken naar schuld en rechtvaardigheid.

Stel dat Nietzsche gelijk had (waar ik niet van uitga), dan zouden we blij moeten zijn dat de meeste mensen onder deze ‘ziekte’ lijden. Anders zou niemand rustig slapen! Als mensen misbruik konden maken van anderen of hun bezit, zonder dat het geweten spreekt, dan zou iets als het Wirecard-schandaal geen schandaal meer zijn.

Wirecard-schandaal kost topman toezichthouder zijn baan | RTL Nieuws

In de Bijbel vind ik een afdoende antwoord: God schiep mensen naar Zijn beeld. Dat maakt ons tot morele wezens, die niet alleen handelen uit zelfbehoud, maar weten van goed en kwaad. Alleen zo kan je verklaren dat mensen vanwege hun geweten hun leven wagen voor anderen. Het zou ongepast zijn om te zeggen dat ‘stille helden’ – die Joden redden in de nazitijd – zichzelf in gevaar brachten, omdat ze ‘ziek’ waren.

Gods Woord zegt: “Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt hun geweten van”(Romeinen 2:15). Gewetensvol gedrag is een bewijs voor het bestaan van God. Ons geweten bewijst, als een innerlijke getuige, dat we Godskennis hebben. Zoals de natuur getuigt van Gods macht en heerlijkheid (Romeinen 1:20 vv), zo getuigt ons geweten van Gods wet, Zijn barmhartigheid en rechtvaardigheid.

Dat getuigenis stuit op dove harten. Niet dat mensen zich niet aan de wet houden. Hun geweten ‘functioneert’. Maar ze weigeren God te erkennen als Gever van rechtvaardigheid en moraal. Ze eren en danken Hem daarvoor niet (Romeinen 1: 21, 28). In plaats daarvan maken ze hun eigen maatstaven van rechtvaardigheid, om zo met een goed geweten te kunnen leven.

Wat Paulus schrijft maakte dat ik lang probeerde van God af te komen. Ervan overtuigd dat ik alleen zónder God werkelijk vrij en vrolijk zou kunnen leven. Ik zag niet in dat je juist bij God ‘de wegen ten leven en vervulling met vreugde’ vindt (Handelingen 2:28).

Wat is de taak van ons geweten?

God legde het geweten in ons, en ‘maakte alles voor Zijn doel’ (Spreuken 16:4). Wat is het doel van ons geweten?  

Of je nu christelijk bent opgevoed of niet, gelooft dat God bestaat of niet, je geweten beïnvloedt je beslissingen. Het is gebonden aan de cultuur waar je toe behoort. Maar elke cultuur verwerpt doden, stelen, overspel plegen of liegen. “Het werk van de wet van God is in onze harten geschreven“ (Romeinen 2:15). Wat ons schuldig maakt tegenover God, is dat we tegen ons geweten ingaan en proberen het tot zwijgen te brengen door ons gedrag voor onszelf en anderen te rechtvaardigen. Dat we schelden en klagen als we merken dat we ons vergisten, bevestigt de geldigheid van de moraal. ‘Zo zijn we voor God niet te verontschuldigen’ (Romeinen 1:20).

Mijn geweten klaagde mij aan, veroordeelde me. Zulke momenten kent iedereen. Dat er sprake was van schuld werd ik mij niet alleen bewust door mijn christelijke opvoeding. Wat ik ervoer, bevestigde voor mij: zonder God ben ik verloren. Mijn geweten speelde daarbij een belangrijke rol. Maar gaf geen oplossing. Het maakte me alleen bewust van mijn situatie.

Ik prijs God dat Hij mijn wens om zonder Hem te leven, negeerde. Ik dank Hem dat Hij mij niet in die toestand achterliet. Door Zijn genade bleef het er niet bij, dat mijn geweten mij veroordeelde. Zijn Heilige Geest overtuigde mij van zonde en maakte mij bewust van Gods gerechtigheid (Johannes 16:8). Gods Geest nam mijn dove hart, hielp het Gods Woord te begrijpen, de heerlijkheid van Jezus te zien. In Hem vond ik vergeving, gerechtigheid, blijdschap en hoop. Nu weet ik ‘er is geen verdoemenis voor wie in Christus Jezus zijn’ (Romeinen 8:1). Mijn geweten helpt mij om morele beslissingen te nemen als ik geen duidelijke richtlijnen van God heb.

Een christelijk geweten heb je niet vanzelf én is niet voor 100% betrouwbaar. Ons hart, waar je geweten zetelt, is nooit helemaal betrouwbaar, maar ‘arglistig boven alles’ (Jeremia 17:9). Daarom moet je je positieve en negatieve oordelen, die je geweten beïnvloeden, kritisch bekijken. In Gods Woord vind je dé betrouwbare en foutloze bron. Verdiep je daarin om Gods wil te leren kennen. Hoe meer je die kent, hoe gemakkelijker het wordt om je morele gevoel daaraan te oriënteren.

Ons geweten en het Evangelie

Culturele achtergronden spelen vaak een te belangrijke rol. In de kerkgeschiedenis zie je regels zonder Bijbelse basis. Zo was dansen tijdens het piëtisme verboden, terwijl de Bijbel daar niets over zegt. En opwekkingspredikers verboden koffie en thee. Genotsmiddelen waren zondig! Zo kunnen persoonlijke opvattingen ‘door God gegeven regels’ worden, die het geweten belastten. Terwijl het Evangelie op de achtergrond blijft.

In het Evangelie vind je Gods openbaring van gerechtigheid én genade. Het wijst ons op Jezus, ter motivatie en voorbeeld voor ons gedrag ( 2 Kor. 8:9; Fil. 2:5 vv). Paulus noemt dit ‘de wet van Christus’( 1Kor. 9:21). Het Evangelie helpt je je gedrag en geweten verder te ontwikkelen, aan de hand van Gods maatstaven.

God gaf ons een geweten als morele maatstaf. Een hele eer. Maar ook een grote verantwoordelijkheid. Want het is de bedoeling dat ons geweten gecorrigeerd wordt en steeds meer gevormd naar Gods moraal. We mogen God dankbaar zijn, dat Hij ons door Zijn genade in Christus bevrijdt van onze schuldenlast, zodat die niet meer op ons drukt. Hij heeft ‘ons geweten gereinigd van dode werken om de levende God te dienen’(Hebreeën 9:14). En Hij gaf Zijn Heilige Geest in ons hart, om ons geweten en gedrag in harmonie te brengen met Gods wil. Hij heiligt ons en verandert ons naar het beeld van Christus. Laten we daarom leven tot Gods eer. Niet ondanks, maar mét ons geweten. Zodat mensen zien dat er een rechtvaardige, heilige God is, die zondaren redt en uit Genade tot werktuigen van gerechtigheid maakt (Romeinen 6:13vv).

Verkorte versie van “Een goed geweten”, Benjamin Schmidt, directeur van ‘HEROLD Mission’ te Leun, Duitsland  www.stem-lektuurzending.com