Doorn in het vlees

Velen kennen het gezegde ‘doorn in het vlees’, zonder goed te weten wat het betekent. Een doorn in het vlees is nog erger dan een doorn in het oog. Wat voor jou een doorn in het oog is, daar wil je niet naar kijken. Je hebt er een hekel aan, je ergert je er aan. Maar je kunt leren ermee te leven. Een doorn in het vlees went echter nooit. Deze doet altijd pijn, je hebt er dagelijks last van. Het zou je veel waard zijn om ervan af te komen. Wie laat nu graag een splinter in zijn huid zitten? Die moet er zo snel mogelijk uit om niet te gaan ontsteken.

Paulus weet er alles van. Hij is ervaringsdeskundige wat betreft het hebben van een doorn in het vlees. Hij schrijft er dan ook over in zijn tweede Korinthe brief:  

Mij is een doorn in het vlees gegeven. Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. 2 Korinthe 12:7-9

Paulus werd gekweld en gepijnigd vanwege deze doorn in zijn lichaam. Hij leed  eronder en worstelde ermee, wat deze doorn dan ook geweest mag zijn. Drie keer smeekte hij of de Heere hem ervan wilde verlossen. God gaf hem antwoord maar niet het antwoord waar Paulus om vroeg. God antwoordde hem dat Zijn genade voor Paulus genoeg is én dat Zijn kracht in zwakheid volbracht wordt.

Paulus’ doorn diende een hoger doel en na drie keer bidden was dat hem dat blijkbaar duidelijk geworden. Ik vermoed dat zijn gebed vanaf dat moment veranderde in een gebed om kracht in de pijn en moeite waarin hij zich bevond. Paulus leerde dat als de mens tot het besef komt zwak en machteloos te zijn, dat de kracht van Christus dan alle ruimte krijgt en tot haar volle recht kan komen.  

Jezus knielde neer en bad: Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. En aan Hem verscheen een engel uit de hemel, die Hem versterkte. Lukas 22:41-43

Ook de Here Jezus bad drie keer tot God. Dat was in de hof van Gethsémané (Math.26:36-46). En ook Zijn gebed werd niet verhoord: de vreselijke drinkbeker die Hij moest leegdrinken, werd niet van Hem weggenomen. Toch gaf God wel  antwoord: Hij stuurde een engel om Zijn Zoon bij te staan en Hem te versterken.

God bespaarde Zijn Zoon het lijden niet. Paulus werd niet verlost van zijn beproeving. In plaats daarvan gaf God aan beide de genade en de kracht om te volharden in het lijden waarmee Zijn Naam zou worden verheerlijkt.  

Doorns in het vlees zijn ons ook niet onbekend. Wat kunnen ze ons kwellen.  Fysieke pijn, psychische nood, een of andere ziekte of verleidingen op seksueel gebied. Wat kan het toch een intense pijn en worsteling met zich meebrengen. De apostel Petrus moedigt aan om al onze zorgen op God te werpen omdat Hij het is Die voor ons zorgt (1 Petrus 5:7).  Dat was ook wat Paulus en Jezus deden.

Van Paulus en van Jezus leren we dat God gebeden niet altijd verhoort op de manier waarop mensen het graag zouden willen. Maar Hij hoort het gebed zeker en zal ook antwoorden, op Zijn tijd en op Zijn wijze.  Zowel Paulus als Jezus hebben enorm gestreden in hun gebed tot God. Overgave was er niet in één keer. Paulus heeft tot driemaal toe gesmeekt tot God. Ook voor Jezus was de strijd zeer heftig. Zijn zweet was als grote druppels bloed die op de aarde vielen. Uiteindelijk kwamen beide tot overgave aan de wil van God, de Vader. Voor ons is het zo belangrijk om te weten dat het komen tot overgave een proces kan en mag zijn.  Dat gaat vaak gepaard  met veel moeite en strijd en het kost tijd.  

Dezelfde Paulus schrijft dat God onze draagkracht kent en er garant voor staat dat de moeilijkheden van ons leven niet boven vermogen zijn. Op sommige momenten zal ons gevoel hier haaks op staan. Toch mogen we erop vertrouwen dat Gods Woord waar is, als het leert dat Hij voor de uitkomst zal zorgen zodat we niet onder de problemen zullen bezwijken (1 Korinthe 10:13). In het geloof dat het moment  gaat komen  dat alle tranen  van onze ogen worden  afgewist…