De wortels van vrouwelijke homoseksualiteit begrijpen (1)

Jodi Carlson schrijft op de site van SSA HOPE (hoop voor wie worstelt met aantrekking tot hetzelfde geslacht) over de wortels van vrouwelijke homoseksualiteit. Vanwege de lengte van het artikel plaatsen we het in drie delen en ingekort. Het Engelstalige artikel vind je onder de link: 

https://www.ssahope.com/roots_of_lesbianism.html

Hoe definieer je vrouwelijke homoseksualiteit ?

Homoseksualiteit is een veel besproken onderwerp. Onze huidige cultuur zendt verwarrende signalen uit over dit thema. Televisie, films en andere media proberen je ervan te overtuigen dat homoseksualiteit normaal is. Pro- en anti-homo-visies bestrijden elkaar fel. En daardoor wordt de stem van de rede tot zwijgen gebracht of in een kwaad daglicht gesteld.

Sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw is in de wetenschap en psychologie het traditionele denken over oorzaken en behandeling van homoseksualiteit geleidelijk aan afgeschaft. Mede doordat homo-activisten hun intrede deden op deze terreinen.

Dit artikel over oorzaken van vrouwelijke homoseksualiteit wil afrekenen met mythen en verwarrende boodschappen, en stimuleren tot nieuw inzicht en meeleven met mensen die worstelen met aantrekking tot hetzelfde geslacht. De medewerkers aan dit artikel zijn deskundig op het gebied van onderzoek en herstel, en vertegenwoordigen een perspectief dat niet populair is. Ze begeleidden duizenden vrouwen die hulp zochten vanwege hun ongewenste homoseksualiteit. 

Wat homoseksualiteit is…

Dr. Hatterer, gespecialiseerd in de behandeling van mannelijke homoseksualiteit, definiëert het als volgt: “Iemand ervaart, wat erotische aantrekkingskracht betreft, een duidelijke voorkeur voor leden van hetzelfde geslacht en gaat meestal, maar niet noodzakelijk, seksuele relaties met hen aan.”  

Vrouwelijke homoseksualiteit is vergelijkbaar met mannelijke homoseksualiteit, maar is complexer. Starla Allen, werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg, schrijft dat het gaat om “vrouwen van wie de seksuele en emotionele aantrekkingskracht door vrouwen wordt vervuld.” Die emotionele en relationele verlangens maken het verschil tussen vrouwelijke en mannelijke homoseksualiteit. 

Homoseksualiteit wordt niet veroorzaakt door…

Vanwege de heersende opvattingen en veronderstellingen over homoseksualiteit, bespreekt Jodi eerst waar homoseksualiteit níet door wordt veroorzaakt. Onderzoekers hebben namelijk geprobeerd te bewijzen dat homoseksualiteit genetisch bepaald zou zijn. Dat zou een excuus zijn voor homo’s en lesbiennes die zeggen: “We zijn zo geboren!” Door te zeggen dat homoseksuele drift erfelijk is, of erger nog, door God gegeven, krijg je mogelijk sympathie voor een heimelijke activistische agenda. Op het eerste gezicht lijkt de ‘wetenschap’ overtuigend. De media zorgen ervoor dat het bewijs er solide uitziet,  en dat de onderzoekers geloofwaardig zijn. Goed kijken, onthult echter de waarheid.

Joe Dallas, voormalig president van Exodus North America, zegt daarover: “Mensen hebben de neiging positiever te zijn over homoseksualiteit als ze denken dat het aangeboren is. Geen wonder dat homoseksuele leiders (niet allemaal, maar de meesten) de ‘geboren homo-theorie’ pushen; het bevordert de zaak.” 

Geen genetische oorzaak

Jodi bespreekt vier onderzoeken die homoseksualiteit probeerden te koppelen aan genetica. Men wilde bewijzen dat homoseksualiteit genetische wortels heeft. (Details vind je in het Engelstalige artikel onder de hierboven gegeven link)   

  1. Een gebrekkige studie: tweelingen. Men probeerde aan te tonen dat homoseksualiteit vaker voorkwam bij mannelijke identieke tweelingen dan bij twee-eiige tweelingen. 
  2. Een gebrekkige studie: zussen. Men wilde bewijzen dat er een biologische oorzaak is voor homoseksualiteit door de onderlinge verhouding tussen lesbiënnes en hun zussen te bestuderen. 
  3. Een gebrekkige studie: het binnenoor. Men onderzocht verschillen tussen het slakkenhuis van lesbiennes en van heteroseksuele vrouwen.  
  4. Een gebrekkige studie: vingerlengten. Onderzoekers maten vingerlengtes bij heteroseksuelen, homoseksuelen en lesbiennes, en ontdekten dat bepaalde vingerlengteverhoudingen bij lesbiennes minder zijn dan bij vrouwelijke heteroseksuelen. 

Nauwkeurige studie maakt duidelijk dat bovengenoemde studies onbetrouwbaar zijn. Dergelijke studies krijgen echter de meeste publiciteit.

Er bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat mensen als homoseksueel worden geboren. Begin jaren negentig leverde dr. Spitzer, die zocht naar genetisch bewijs van homoseksualiteit, een bewijs van het tegendeel. Hij leidde de poging om homoseksualiteit te verwijderen van de lijst van psychische stoornissen van de American Psychiatric Association (APA). Hij beweerde namelijk dat homoseksualiteit niet kan veranderen en daarom niet met therapie behandeld mag worden. Maar 28 jaar later, op 9 mei 2001, veranderde hij van standpunt en presenteerde hij zijn bevindingen op de jaarlijkse bijeenkomst van de APA. Tot ergernis van homo-activisten en pro-homo voorstanders in de APA.

Hoewel veel homo-rechtenactivisten de geldigheid en geloofwaardigheid van Dr. Spitzer’s onderzoek in twijfel hebben getrokken, kan men zijn onderzoek niet afschrijven. Sociaal commentator en lesbiënne Camille Paglia zegt van dr. Spitzer’s bevindingen: “[Het feit] dat hij hielp om de APA te overtuigen om de classificatie van homoseksualiteit als een psychische stoornis in 1973 te laten vallen, maakt zijn huidige studie moeilijker af te wijzen.” 

Dr. Nicolosi, psycholoog en voorzitter van de Nationale Vereniging voor Onderzoek en Therapie van Homoseksualiteit, zegt: “We zijn allemaal heteroseksueel. Sommige heteroseksuelen hebben echter een homoseksueel probleem. Maar dat betekent niet dat er twee verschillende soorten mensen zijn.” Het bewijs van wat hij zegt is zichtbaar in veranderde levens – mensen die als heteroseksueel leven en zich ooit bezighielden met homoseksueel gedrag. Sommigen veranderden door therapie en christelijk discipelschap. Behandeling van homoseksualiteit mag nooit worden uitgesloten voor mannen en vrouwen die dat willen.

“Iedereen die zegt dat er geen hoop op verandering is, is onwetend óf een leugenaar. Elke seculiere bestudering van verandering laat enig succes zien. En er zijn legio mensen die getuigen van een opmerkelijke veranderingen door God“, aldus Stanton Jones.

Volgende week, maandag 10 januari: Worteloorzaken van vrouwelijke homoseksualiteit (2).