De geschiedenis van de kerk op aarde

‘Laat wie oren heeft, horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’  Openbaring 2 en 3

Johannes is verbannen naar het eiland Patmos. Omdat hij getuigde van Jezus.

De kerk is in nood. Door druk van buitenaf en uitholling van binnenuit.

En dan bemoedigt Jezus Johannes en door hem de gemeenten. Hij dicteert zeven brieven:  profetische beschrijvingen van de geschiedenis van de kerk op aarde.

Daarin zie je twee ontwikkelingen.

Jezus spreekt over trouw, standvastigheid, leugens ontmaskeren, een open deur en mogen eten van de levensboom in het paradijs.

In tegenstelling tot zedelijk verval door de leer van Nicolaïeten en de geest van Izebel, onheiligheid, onreinheid en levenloos formalisme. Valse apostelen en vervolging van wie Jezus zijn toegewijd. Hij zegt daarover: ‘Jullie hebben de naam dat je leeft, maar je bent dood.’  

Na de opname van wie Jezus toebehoren, Zijn bruid, blijven over wie Hem níet toebehoren. Jezus spreekt erover in gelijkenissen. De boodschap is: ‘Waak!’ Wees alert! Bekeer je!

Johannes ziet in Openbaring 17 hoe die tweede lijn van ontwikkeling tot een climax komt: een vrouw berijdt een beest. Het gaat om een combinatie van geestelijke en wereldlijke macht. Die vrouw wordt de ‘grote hoer’ genoemd. Ze is haar Bruidegom ontrouw.

Johannes ziet hoe zij veroordeeld wordt.

En degenen die Hem trouw zijn?

In hoofdstuk 19 ziet Johannes de bruiloft van het Lam.

Waar in de tijd ?

Na deze bruiloft ziet Johannes dat de hemel geopend wordt. Er komt een rijder op een wit paard naar voren, met een grote legermacht. Om te oordelen, recht te spreken over de aarde.

Het is een beschrijving van de zichtbare wederkomst van Jezus.

De bruiloft van het Lam heeft daar alles mee te maken. De vereniging van Jezus met de Zijnen is het directe voorspel van Zijn wederkomst.

Weet je nog? Die rots die van de heuvel komt rollen in de droom van Nebucadnezar in Daniel 2!

Nog even volhouden!

Hij komt!

Vrij vertaald: Jezus, U die van mij houdt! Ik laat U nooit meer los. U trok mij op uit de modder en zette mijn voeten op de Rots. Nu weet ik: ‘Ik houd van U, ik heb U nodig. Al valt mijn wereld ook in duigen, ik laat U nooit meer los. Mijn Heiland, mijn intiemste Vriend, ik zal U aanbidden tot het einde!