Op jonge leeftijd was ik al serieus met het geloof bezig. Ik ging graag mee naar de kerk, luisterde christelijke muziek en het leek me mooi ooit in de gemeente piano te spelen. Ik wilde zelfs graag dominee worden! Mooie dingen. Maar er was ook iets in mij dat niet zo mooi was.
Vanaf de middelbare school kon ik me zorgen maken over hoe ik naar jongens keek. Ik dacht ‘geen aandacht aan schenken, gaat wel over.’ Eerst lukte dat. Maar mijn gevoelens lieten zich niet negeren. Op mijn 16e wist ik zeker ‘ik heb een homoseksuele oriëntatie: andere jongens willen een vriendinnetje, ik een vriendje.’
Ik voelde me zondig en schuldig tegenover God omdat ik naar jongens keek. Soms droomde ik dat ik een relatie had met een jongen uit mijn klas… Dan werd ik met schuldgevoelens wakker en beleed ik mijn schuld en betuigde mijn spijt.
Helaas verdwenen mijn gevoelens niet. Ik keek naar jongens. Verlangde naar een vriendje. Er veranderde weinig, ook al had ik spijt. Dat maakte het nog lastiger. Want als je sorry zegt tegen God, moet je het toch beter gaan doen? Ik deed het niet beter. Integendeel, ik voelde me zwakker. Ik kon me bijvoorbeeld niet voorstellen dat als een jongen mij om verkering zou vragen, ik ‘nee’ zou zeggen.
‘Heb ik wel écht gekozen voor Jezus’ dacht ik? ‘Neem ik God serieus genoeg?’ Ik kon niet meer geloven dat ik gered kon zijn. En ik voelde dat ik het verdiende door God afgewezen te worden omdat ik geen ‘nee’ kon zeggen tegen het idee dat een homoseksuele relatie me gelukkig zou maken.
Ik realiseerde me ‘ik doe het niet goed genoeg voor God en moet veranderen!’ Maar kon dat niet. Ik had anderen nodig om écht voor God te kiezen. Toen ik na een verhuizing een andere gemeente bezocht, voelde ik me nog slechter! De gemeente zong met overgave en een enthousiasme dat ik niet eerder zag. Ik wist dat ik dat vanwege mijn gevoelens nooit zo zou kunnen. En dacht: ‘ik geloof niet goed, heb niet écht voor Jezus gekozen. ‘Het evangelie is niet voor mij bedoeld’, zo voelde het.
Gek genoeg gaf ik niet op. Ik bad soms: ‘Heer, ik moet voor U kiezen. Ik zou moeten zijn als de mensen in de gemeente, die enthousiast zingen over kiezen voor U en alles aan U overgeven. Zo ben ik niet. Ik kan dat niet. Als het erop aankomt wil ik het zelfs niet. Ik ben dus niet goed genoeg voor U en de gemeente. Maar als U mij nu eens verandert en maakt dat ik voor U kies, dan krijgt U wat U van mij wilt. U hebt het recht mij verloren te laten gaan. Maar als U dat doet, laat U iemand verloren gaan die om redding vroeg.’
Mijn gebed is verhoord. Op een ochtend zag ik mijn keuze tussen God en een homoseksuele relatie anders. Als God oordeelt over mijn zonden, hoe kan ik dan – door te zondigen – gelukkig worden? Als ik tegen Hem inga, kan Hij mij mijn geluk afnemen en sta ik met lege handen. Ik kan alleen gelukkig zijn als ik aan Gods kant sta.
Ik gaf me gewonnen. Ik ervoer het zo dat God mij bekeerde en maakte dat ik voor Hem koos. Mijn leven veranderde. Ik begon dagelijks de Bijbel te lezen, las christelijke boeken en beluisterde preken via internet.
Toch draag ik de angst nog in me dat mijn oriëntatie tot zonde zal leiden en hierdoor tussen mij en God komt. Die angst groeide toen ik me realiseerde dat God oneindig beter is dan welke partner ook. Wie kan liefhebben als God? Wie is genadig en trouw als Hij? Hij is altijd bij je, kent je gedachten.
Als mijn oriëntatie tussen God en mij komt, betekent dat voor mij een groot verlies. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat het me pijn kan doen dat een homoseksuele relatie niet mag. Maar als ik denk aan de pijn die Christus leed toen Hij voor mij stierf op Golgotha, lijkt mijn pijn ineens kleiner.
Dat helpt moeilijke momenten door te komen. En als de pijn over is, ben ik blij en dankbaar dat ik kon standhouden en iets – hoe klein ook – kan geven aan de Gever die alles voor mij gaf.
Dankzij Gods liefde en genade is mijn worsteling met mijn gevoelens nooit groter geweest dan de worsteling om mijn gedachten rein te bewaren, of te voorkomen dat ik zondige fantasieën koester, of plannen maak om te zondigen, maar mezelf verloochen en mijn kruis opneem. Ik heb nooit met jongens gedatet, geen relatie gehad. Daar ben ik dankbaar voor.
Deze dankbaarheid en verwondering zijn de reden dat ik mijn getuigenis wil delen via de website van Onderweg.nu.
Peter
Opwekking 546 – Nabij Gods hoogverheven Troon
Foto Unsplash