“Jezus weende” Johannes 11: 35
Jezus ziet het. Mensen, verdriet, verslagenheid.
Hij ziet ook jóu.
Juist ook jóu, bezeerd, gekwetst en gebroken als je kunt zijn, door moeite, pijn, verdriet en rouw.
Hij barst in tranen uit.
Het is een soort van huilen zoals alleen Hij dat kan:
Zó vol warm medelijden en medegevoel, daar zijn geen woorden voor.
Het gaat Hem aan het hart.
Jíj gaat Hem aan het hart: je verdriet en rouw, waar zoveel redenen voor kunnen zijn.
Een vroeg overleden moeder, een vader die je nooit hebt gekend, die ene persoon met wie je van hart tot hart kon praten.
Of het tekort aan acceptatie en steun, de afwijzing die er was.
Je verdriet en rouw ook om die ene van wie je afscheid nam, om Jezus te gaan volgen.
Huil maar. Woordeloos.
En zie hoe Jezus naast je komt lopen en Zijn handen voor Zijn ogen doet en huilt.
Hij voelt nóg dieper wat jíj voelt.
Zijn tranen zijn genezende tranen. Met Hem naast je doet het allemaal niet meer zó zeer!