Ik herinner me er nog veel van hoe mijn ouders, leerkrachten en verder iedereen die om mij heen stond de bouwstenen voor de toekomst aan mij gaven. Mijn eerste woordjes, hapjes, stapjes en de vele daaropvolgende dingen. Bouwstenen noem ik ze maar. Ze waren immers bedoeld om vorm te geven aan mijn leven. En zo verzamelde ik mijn leven door steeds meer van die bouwstenen door middel van opleidingen, ervaringen, ontmoetingen enzovoort. Zelfs tot op de dag van vandaag. De vele bouwstenen die me aangereikt werden, maken me tot de man die ik nu ben. En nog steeds komen er bouwstenen bij.
In de Bijbel zien we iets vergelijkbaars gebeuren. We zouden het thema van de preek van Jezus in Mattheus 5-7 (de Bergrede) ‘Bouwen aan de Toekomst’ kunnen noemen. Wat Jezus op het oog heeft is de toekomst van Zijn luisteraars. De Toekomst met een hoofdletter. Bouwstenen over geluk, God, zorgen en gebed worden in deze preek door Jezus gegeven. Wat opvallend toch, dat de bouwstenen uit deze preek ook bijdragen aan hoe er verder gebouwd mag worden als er tegenslag en verdriet is. Wat is het leerzaam dat er bouwstenen worden aangereikt in deze preek om in afhankelijkheid van God te leven. En wat is het gebed een geweldige kracht die onmisbaar is bij dat bouwen. Door het lezen en bestuderen van deze preek geeft Jezus die bouwstenen ook aan mij door.
Dus daar zit ik dan, met die hele stapel bouwstenen. Hoe moet ik daar nu vorm aan geven? Wat bouw ik ervan? De stapel overziende weet ik dat ik iets moet bouwen dat ook echt Toekomst heeft. Mijn bouwwerk is mijn levenshuis. Met al die bouwstenen bouw ik mijn Toekomst op. Alle zaken (vreugde, moeite, verdriet, voorspoed, ervaringen, worstelingen, etc.) hebben er een plek. Het is allemaal geplaatst op die manier dat er een sterke constructie ontstaat. Zo te zien is dat wel toekomst-proof. Trouwens….er kan nu een huis zijn dat er prachtig en indrukwekkend uitziet maar is er ook een juiste basis?
Er zijn trouwens wel momenten dat ik me van het bouwen niet bewust ben…. Dan zou ik alles meer een puinhoop willen noemen. In me zegt een stemmetje dan: ‘Ik kan het niet zelf, ik kan het niet alleen!’ Ik worstel om te bouwen naar de top, maar voel me aan het verliezen vanwege thema’s die m’n leven bepalen. Mijn homo-zijn, het verlangen om het leven met iemand te delen en de keuze om geen relatie aan te gaan, de angst om het alleen te moeten doen. Het thema vriendschap waarbij ik de pijn voel van afwijzing en teleurstelling om vrienden die me los lieten. En tegelijk is er het thema God: Hij weet er van. Zijn woord zegt me: ‘Zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd; Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: De HEERE is mij een Helper.’ (Hebreeën 13:5b-6a, SV). Soms staan deze thema’s in mij haaks op elkaar, en vecht ik op de puinhopen omdat ik de grip denkt te verliezen en vooral op die stenen staar.
Het moet beslist een fundamentele en sterke basis zijn. In de Bergrede sluit Jezus af met het verhaal van de wijze en de dwaze bouwer. Dat zet mij voor de spiegel. Het dwingt me tot zelfreflectie. Bouwen zonder goed fundament heeft fatale gevolgen. Bouwen op een rots is fundamenteel. Dat geeft mij te denken…. Ik ben vaak zo druk met de bouw van het huis, het aanzien, en welke stenen er allemaal geplaatst worden. Maar juist de diepgang naar de rots is essentieel. Dat geeft houvast. Niet omdat het huis vast zit aan de rost, maar omdat de rots het huis vasthoudt.
In de Bijbel wordt Jezus zelf aangewezen als de Rots. Hij geeft houvast, Hij geeft diepgang. Zo komt mijn huis tot stand, met stenen van toerusting, vreugde, tegenslag, worstelingen, enz. ’t Zijn stenen die vorm geven. Maar ’t is vooral een huis dat vastheid heeft. Niet door de stenen, maar door de Rots. Niet door te bouwen naar de top, maar door te verdiepen naar de Rots. Niet door mijn worstelingen, maar door de vastheid die er is in de Steenrots Jezus Christus. Dan hoef ik het niet meer vast te houden, maar geef ik het aan Hem over, en word ik zelf vastgehouden.
Vaste Rots van mijn behoud,
als de zonden mij benauwt,
laat mij steunen op Uw trouw,
laat mij rusten in Uw schauw,
waar het bloed door U gestort,
mij de bron des levens wordt.
Anton