Als ik aan U denk, Heer Jezus,
dan zie ik duizenden mensen met een dorstig hart zich laven aan Uw woorden.
Dan zie ik een centurio die met een gelovig hart smeekt om de genezing van zijn knecht.
Dan zie ik een menigte mensen die met een uitbundig hart
met palmtakken zwaaien en juichen voor de Koning.
Als ik aan U denk, Heer Jezus, dan juicht mijn hart.
Als ik aan U denk, Heer Jezus,
dan zie ik Uw eenzame strijd in de Hof van Getsemane.
Dan zie ik Uw bebloede rug gebogen onder de last van het kruis op de weg naar Golgotha.
Dan zie ik U, hangend aan het kruis, Uw hoofd gekroond met doornen: een onmetelijk lijden!
Als ik aan U denk, Heer Jezus, dan huilt mijn hart.
Als ik aan U denk, Heer Jezus,
dan zie ik U, de alfa en omega, de stralende morgenster.
Dan zie ik U, de opgestane Heer, die in het Vaderhuis mij een plaats bereidt.
Dan zie ik U, de Bruidegom, die naar Zijn bruid verlangt.
Als ik aan U denk, Heer Jezus, dan zingt mijn hart,
dan zingt mijn hart een liefdeslied, een liefdeslied voor U
Ine Wildschut in “Uit de diepte”